Opmerking

Dit project is momenteel in test fase.

Product beschrijving

De VLAREBO bestemminstypes kaartlagen zijn twee gebiedsdekkende kaartlagen die de bestemmingstypes volgens artikel 2 van VLAREBO weergeeft. Enerzijds op basis van het gepland landgebruik (de Ruimteboekhouding (RBH)) en anderzijds op basis van het werkelijk landgebruik (de Landgebruikskaart (LGK)). Het eindresultaat bestaat bijgevolg uit twee kaartlagen: Een VLAREBO-bestemmingstypes kaartlaag op basis van de ruimteboekhouding en een VLAREBO-bestemmingstypes kaartlaag op basis van de landgebruikskaart. De bestemminstypes worden opgedeeld in vijf types volgens het VLAREBO-besluit van 14 december 2007. De bestemmingstypes bepalen de bodemsaneringsnorm voor een bepaalde vervuiling in de bodem, waarbij Type I de strengste norm heeft en Type V de minst strenge.

VLAREBO-bestemmingstypes

Type I

Bos-, groen-, natuur-, vallei-... gebieden.

Type II

Agrarisch gebied, woongebied met een landelijk karakter, landelijke gebieden, etc.

Type III

Woongebieden, speelbossen, gemengde industrie en woongebieden, etc.

Type IV

Parkgebieden, recreatiegebied, sportterreinen, verblijfsrecreatie, etc.

Type V

Industrie, transportzones, dienstverleningsgebieden, etc.


De volledige lijst kan worden teruggevonden in artikel 2 van VLAREBO.


Hierop zijn er een aantal uitzonderingen die te vinden zijn in artikel 3 t.e.m. artikel 7 van VLAREBO. Deze uitzonderingen, buiten artikel 5 en 7 werden reeds mee opgenomen in het model.

Met artikel 5 en 7 werd er geen rekening gehouden, aangezien er geopteerd is om de verantwoordelijkheid voor het bepalen van het feitelijk landgebruik bij de bodemsaneringsdeskundige te leggen.

In deze VLAREBO bestemmingstypes kaartlagen wordt de data opgesplitst in 7 klassen. Enerzijds de vijf klassen uit het VLAREBO-besluit (Bestemmingstype I-V) en 2 aanvullende klassen ('Bestemmingstype onbekend' en 'Niet geanalyseerd').

  • Bij de klasse 'Onbekend', is er wel data in de bronbestanden voor handen, maar het is onvoldoende duidelijk tot welke van de vijf klassen de zone behoort.
  • Bij de klasse 'Niet geanalyseerd' ligt de zone buiten het studiegebied en/of is er geen data ter beschikking. Deze laatste klasse is zo goed als niet meer aanwezig in Vlaanderen.

Bronbestanden

Ruimteboekhouding

De ruimteboekhouding (RBH) is de minst slechte geografisch expliciete synthese van alle bestemmingen die beschikbaar zijn volgens de bestemmingsplannen.

De bestaansreden van het RBH-bestand is om cijfers te berekenen en analyses te doen op Vlaams niveau op het aggregatieniveau van 8 bestemmingscategorieën voor de beleidsindicator Ruimteboekhouding RSV, waardoor een aantal tekortkomingen van de RBH in rekening moeten worden gehouden bij het gebruik ervan in een andere context.

Bestemmingsplannen

Bestemmingsplannen geven uitvoering aan een ruimtelijk structuurplan of een beleidsplan. Ze hebben verordenende waarde voor alle overheidsbeslissingen en leggen voor de in het plan opgenomen gebieden onder meer vast:

  • welke activiteiten er mogen plaatsvinden,
  • waar al dan niet mag worden gebouwd en aan welke stedenbouwkundige voorschriften huizen en constructies in een bepaalde zone moet voldoen,
  • hoe een bepaald gebied ingericht en beheerd moet worden.

Bestemmingsplannen (ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP), of plannen van aanleg (gewestplan, APA, BPA)) geven aan welke stedenbouwkundige voorschriften van kracht zijn op bepaalde percelen of gebieden en ze worden gebruikt als afwegingskader bij het behandelen van stedenbouwkundige vergunningen. Bestemmingsplannen kennen bestemmingscategorieën toe aan percelen en gebieden (bv. wonen, recreatie, natuur, bos, industrie, landbouw, etc.). Bestemmingplannen blijven van kracht tot ze worden vervangen door een ander bestemmingsplan.

De geodata van de originele bestemmingsplannen worden open aangeboden via de geowebservice vanuit het DSI-platform (Raadplegen van de data en documenten op het DSI-platform.). 
Alle reeds opgeladen ruimtelijke verordenende plannen kunnen dus geraadpleegd worden via het publieke ficheoverzicht en via een geoviewer.  

Concreet gaat het om de volgende plantypes:

Het probleem op vandaag is dat het DSI-platform nog niet volledig is voor de gemeentelijke plannen (APA, BPA, gemeentelijke RUP). En als de gemeentelijke plannen toch opgeladen zijn, dan zijn de geodata vaak beperkt tot de plancontour (omhullende van het plan).
Een omweg voor dit gebrek aan volledigheid (in detail) is om tijdelijk terug te vallen op de geodatalaag voor de berekening van cijfers voor beleidsindicator Ruimteboekhouding RSV, de Ruimteboekhouding.

Tekortkomingen Ruimteboekhouding

Het RBH-bestand is niet bedoeld en dus ook niet geschikt om plekgerichte bevragingen te doen over een specifieke bestemming. Daarvoor is het databestand niet volledig en niet nauwkeurig genoeg. Zeker niet op niveau van de bestemmingen. En bovendien zitten de bestemmingen van (afwijkende) bestemmingen van gemeentelijke en provinciale plannen er niet in as such, maar enkel als een herinterpretatie naar een gewestplanbestemming. De bestaansreden van het RBH-bestand is immers om cijfers te berekenen en analyses te doen op Vlaams niveau en bovendien op het aggregatieniveau van de 8 bestemmingscategorieën. De (geherinterpreteerde) bestemmingen zitten dus enkel in het bestand als hulpmiddel.

Dat betekent dat er rekening gehouden moet worden met enkele randvoorwaarden bij gebruik van deze RBH-geodatalaag.

  • De gewestplannen en gewestelijke RUP werden volledig in dit bestand verwerkt, tenminste voor wat betreft de voor de RBH relevante vlakvullende bestemmingen (voor deze 2 soorten plannen speelt het m.a.w. geen rol of je DSI of de RBH gebruikt als databron, je gaat de bestemmingscodes in beide databronnen terugvinden. DSI actualiseert zich echter continu, terwijl de RBH slechts een jaarlijkse momentopname is…)  
  • Voor de provinciale een gemeentelijke ruimtelijke plannen bevat dit bestand enkel de - in het kader van de RBH - afwijkende gedeelten t.o.v. het gewestplan. Dit zijn bovendien herinterpretaties naar gewestplanbestemmingen.

    Voor provinciale en gemeentelijke plannen bestaan er immers geen gestandaardiseerde codelijsten voor de ‘gemeentelijke’ bestemmingen (die zijn ook niet gewenst vanuit de ruimtelijke planningspraktijk). Er bestaan wel gestandaardiseerde ‘categorieën van gebiedsaanduiding’ waarin bestemmingen gegroepeerd worden. Naarmate het DSI-platform vollediger wordt met provinciale en gemeentelijke geodata op bestemmingsniveau(planelementen), zouden die ‘categorieën van gebiedsaanduiding’ ook gebruikt kunnen worden voor de VLAREBO-koppeling, en dan is het RBH-bestand daarvoor niet meer nodig.

  • Van die lokale plannen kan er hier en daar ook een ontbreken en/of is er geen info over de correcte Raad van State toestand (vernietigingen).  
  • De verordenende ruimtelijke plannen zitten er dus maar gedeeltelijk in, en er kunnen fouten voorkomen (voornamelijk i.v.m. gemeentelijke en provinciale plannen).
  • Bovendien werden alle plannen over elkaar gelegd, abstractie makend van de heterogeniteit in geografische (on)nauwkeurigheden en onderlinge schaalverschillen. Het bestand bevat dus heel wat ‘sliver polygons’.
  • Ten slotte gaat het ook maar om een jaarlijkse opname.
  • Dat is allemaal niet zo erg voor de berekening van de afgeronde totaalcijfers per categorie voor Vlaanderen (waarvoor het bedoeld is), maar is wel problematisch voor andere oneigen gebruiksdoeleinden zoals “het bepalen van de juiste bestemming van kadastrale percelen”. Vooral voor de lokale plannen gaat het niet altijd betrouwbaar zijn, of te algemene bestemmingsinfo geven.
  • Dit GIS-bestand levert de best beschikbare synthese van de geldende bestemmingen, maar met als enig doel het berekenen van oppervlaktecijfers opgedeeld in 8 bestemmingscategorieën, waarbij een zekere foutmarge geen groot probleem is.   
  • Dit bestand moet dus met de nodige omzichtigheid worden behandeld. Het is opgemaakt voor een specifiek doeleinde van monitoring en is bijgevolg uitsluitend bruikbaar voor bepaalde ruimtelijk-analytische taken op macro-niveau !

De RBH heeft echter haar gebreken, maar het is de minst slechte geografisch expliciete synthese van alle bestemmingen die beschikbaar is.

Landgebruikskaart

De landgebruikskaart (LGK) is een rasterbestand met een resolutie van 10 meter die het werkelijke landgebruik voor een bepaald referentiejaar in deze cel weergeeft.

Het werkelijk landgebruik is samengesteld op basis van de 4 dataniveaus van het 'landgebruiksbestand 2022' en wordt onderverdeeld in volgende categorieën;

  • Huisvesting (huizen en tuinen)

  • Industriële doeleinden
  • Commerciële doeleinden
  • Diensten
  • Transportinfrastructuur
  • Recreatieve doeleinden
  • Landbouwgebouwen en -infrastructuur
  • Overige bebouwde terreinen
  • Overige onbebouwde terreinen
  • Groeves
  • Luchthavens
  • Bos
  • Akkerland
  • Grasland in landbouwgebruik
  • Struikgewas
  • Braak
  • Water
  • Moeras
  • Overige graslanden

In tegenstelling tot de RBH geeft de LGK geen informatie over de juridische of planologische bestemming van de locatie.

Versieoverzicht

KaartlaagHuidige versiePublicatiedatumUpdatefrequentie
VLAREBO bestemmingstypes - Ruimteboekhoudingv.2023
Jaarlijks
VLAREBO bestemmingstypes - Landgebruikskaartv.2023
Driejaarlijks

Uitbreidingen en optimalisaties

Versie 2

  • Verder classificeren indien waardevol
    • RBH
      • Gebieden volgens Art. 4 verder gaan classificeren volgens art. 4/1
      • Gebieden met 'bestemmingstype' 999 verder gaan classificeren volgen art.5
    • LGK
      • 666 verder gaan classificeren volgens onderliggende niveaus van landgebruikskaart
  • Geen labels