Indien projecten m.b.t. de aanleg van spoorlijnen niet onder één van de bovengenoemde rubrieken vallen, vereist het project nog een aftoetsing aan de wijzigings- en uitbreidingsrubrieken (W/U-rubrieken). Zowel in bijlage I, II als III is een W/U-rubriek voorzien. Die W/U-rubrieken worden hieronder opgesomd en toegelicht.

Hoewel in het gewone taalgebruik de aanleg van een extra spoor naast een reeds bestaand spoor beschouwd kan worden als een ‘uitbreiding’, dient dit volgens de juridische interpretatie beschouwd te worden als vallende onder één van de bovenvermelde specifieke rubrieken van bijlage I, II of III, dus als een project op zich. De aanleg van een extra spoor valt dus niet onder de W/U-rubriek. Niet enkel de verbreding (i.e. aanleg van extra spoor) van een spoorlijn valt onder de betrokken specifieke rubriek, maar tevens de verlegging en verlenging van zo een spoorlijn. De verbreding, verlenging of verlenging van een spoorlijn kan dus juridisch gezien niet beschouwd worden als een uitbreiding of wijziging van een bestaande spoorlijn.

Projecten die geen verbreding, verlenging of verlegging van een spoorlijn uitmaken, maar die toch vergunningsplichtige wijzigingen of uitbreidingen aanbrengen aan een bestaande spoorlijn, vallen mogelijk wel onder een W/U-rubriek. In de praktijk zullen wijzigingen en uitbreidingen van spoorlijnen waarschijnlijk eerder zelden voorkomen. Enkel wijzigingen en uitbreidingen die redelijkerwijze kunnen leiden tot een wijziging (meestal: verhoging) van de intensiteit van een activiteit en/of die kunnen leiden tot een wijziging van het gebruik (meestal: intensiever gebruik) van de infrastructuur vallen immers onder de W/U-rubriek.

Rubriek 28 van bijlage I

Rubriek 28 van bijlage I is enkel van toepassing op rubrieken van bijlage I die een drempelwaarde hebben.  Rubriek 7 (m.b.t. spoorlijnen) van bijlage I heeft een drempelwaarde, dus rubriek 28 kan theoretisch gezien van toepassing zijn op spoorlijnprojecten.

Tot op heden zijn er nog geen voorbeelden van spoorlijnprojecten bekend die onder rubriek 28 van bijlage I vallen.

Rubriek 13 van bijlage II

Rubriek 13 van bijlage II is enkel van toepassing op activiteiten die onder een rubriek mét drempelwaarde van bijlage II kunnen vallen. Rubriek 10c en 10j van bijlage II hebben elk een drempelwaarde, dus rubriek 13 kan van toepassing zijn op spoorlijnprojecten.

Tot op heden zijn er nog geen voorbeelden van spoorlijnprojecten bekend die onder rubriek 13 van bijlage II vallen.

Rubriek 13 van bijlage III

Het is mogelijk dat een aantal vergunningsplichtige werken aan bestaande spoorlijnen die zorgen voor een intensiever gebruik van die spoorlijn, onder rubriek 13 van bijlage III vallen. Dit zal steeds in concreto en in casu beoordeeld moeten worden.






  • Geen labels