Hoe kan je als stad, gemeente, provincie, ... een duurzaam en kwalitatief grondwatermeetnet opzetten. Hieronder vind je enkele aandachtspunten en tips.

Plaatsing en verspreiding van het grondwatermeetnet.

Hydrogeologie is een complexe materie met veel randvoorwaarden: verzilting, variabele diepte van de grondwatertafel, lokale geologie, voorkomen van (permanente) drainages en bemalingen,  verontreiningspluimen, …  Daarom is het aangeraden om voor de inschatting van de locatie, diepte, hoeveelheid, … van de peilbuizen, eerst een studie uit te voeren en/of begeleiding te vragen van iemand met kennis in de hydrogeologie. Zoals een studieubureau of een MER-deskundige (discipline water - onderdeel geohydrologie).

Daarbij gelden volgende tips:

  • Denk na over het doel van je meetnet:
    • wil je een algemeen beeld van het grondwater in je gemeente?
    • wil je kijken i.f.v. de bodemopbouw (kleilaag, voldoende doorlaatbaar, …)
    • wil je eventuele verontreiniging in kaart brengen?
    • wil je metingen i.f.v. droogteproblematiek?
    • Zijn er specifieke problematieken in jouw gemeente ?
  • Kies voor een locatie die duurzaam is (zodat de peilput gedurende een lange periode kan opgemeten worden), op eigendom van de gemeente/stad (zoals bvb een schoolterrein, begraafplaats, …) 
  • Hou bij de inplanting ook rekening met reeds bestaande peilputten. Het heeft een grotere meerwaarde als het grondwaterpeil op verschillende locaties en met een goede spreiding opgemeten kan worden.
  • Overweeg om ook een diepere freatische peilfilter (in de basis van freatisch pakket) te plaatsen (al dan niet door een multilevel-put te plaatsen) : dat is interessant om informatie te krijgen over bvb. druk variaties, verticale stromingen tussen bovenste en onderste deel van je pakket, variaties in de grondwaterkwaliteit, bepalen van locaties met kwel, …

Plaatsen van peilbuizen

  • Raadpleeg de Code van goede praktijk voor boringen en voor exploiteren en afsluiten van boorputten voor grondwaterwinning. Vooral in hoofdstuk 1, deel II staat heel wat nuttige informatie. Puntje 15 gaat specifiek over de aanleg van peilputten.
  • De uitvoering van de boorwerkzaamheden moet gebeuren door een erkend boorbedrijf. Een overzicht van de vijf disciplines en een lijst van de erkende boorbedrijven is te vinden op de website van VMM. Alle erkende disciplines mogen peilputten plaatsen uitvoeren. Bedrijven met een erkenning in discipline 2 ("andere grondwaterwinningen") hebben ervaring met de aanleg van een grondwaterput, bedrijven met erkenning in discipline 3 ("geotechnische boringen") zijn ook bedreven in geotechnisch onderzoek.
  • Daarnaast zijn er ook peilputten die in het kader van bodemsaneringen werden geplaatst, en handgeboorde peilputten (bv. in natte-natuurgebieden). Deze vallen buiten de erkenningsregeling, maar kunnen ook interessant zijn om toe te voegen aan het meetnet. 
  • Bij uitvoering is het aangeraden om jou ook laten te begeleiden door een (hydro)geoloog, zodat de filters juist geplaatst worden in geval de werkelijke terreinsituatie afwijkt van de voorafgaandelijke inschatting.

Input voor een voorbeeldbestek kan opgevraagd worden via meldpunt@dov.vlaanderen.be

Afwerking van de peilbuis

  • Doe een kwalitatief goede GPS-meting (XYZ) na afwerking van de installatie (bvb via flepos). Niet enkel de XY-locatie, maar ook de z-waarde (maaiveld) is belangrijk.
  • Om verontreiniging en vandalisme te voorkomen, moet de peilbuis beschermd worden met een goed afsluitbare afwerking (bv. met een straatpot of een beschermkap) .
  • Maak een uniforme omschrijving op van het (verticale) referentiepunt (bvb bovenkant peilbuis) en meet de hoogte van dit referentiepunt nauwkeurig op (met GPS).
    Doe je daarna manuele peilmetingen, doe deze dan steeds t.o.v. van het referentiepunt, zodat gelijk welke medewerker manuele metingen kan doen die nadien vergelijkbaar zijn.
  • Geef de voorkeur aan digitale opmetingen (loggerdata, IoT (Internet of Things)). Om het plaatsen van de modules voor dataregistratie - en transmissie mogelijk te maken, moet bij de afwerking van de peilput voldoende ruimte worden voorzien rondom de peilbuis. Een bovengrondse afwerking geeft hier vaak meer mogelijkheden en keuzes. Sommige dataloggers worden dan naast de peilbuis in de straatpot geplaatst, andere data loggers schuiven in de bovenkant van de peilbuis, maar daarvoor moet die minimaal een doormeter van 5 cm hebben. 



  • Geen labels