Bij de beoordeling of een concreet project onder de rubriek van bijlage II dan wel bijlage III valt moet eerst gekeken worden of het vergunningsplichtige industrieterreinontwikkelingsproject in kwestie de drempel van 50ha overschrijdt. Wanneer dat het geval is, valt het project onder rubriek 10a van bijlage II en dient ofwel een project-MER ofwel een gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de rapportageverplichting opgesteld te worden.

Wanneer het vergunningsplichtige industrieterreinontwikkelingsproject de drempel van 50ha niet overschrijdt, dan valt het project onder rubriek 10a van bijlage III met als gevolg dat minstens een project-m.e.r.-screening nodig is.

Indien voor een bepaald (industrieterreinontwikkelings-)project geen vergunning nodig is, dan valt dit project niet onder bijlage II of III van het project-m.e.r.-besluit. Enkel vergunningsplichtige projecten kunnen onder bijlage II of III vallen.

In het document van de Europese Commissie wordt een toelichting gegeven over de verschillende rubrieken van de Richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (hierna: de project-m.e.r.-richtlijn). Ondermeer de rubriek “Industrial estate development projects” of “industrieterreinontwikkelingsproject” wordt hierin besproken.

Uit het document van de Europese Commissie kan afgeleid worden dat een industrieterreinontwikkelingsproject begrepen moet worden als een specifiek gebied dat afgebakend en speciaal voorzien wordt voor industriële en/of handelsdoeleinden en waar de nodige infrastructuur voorzien wordt. Infrastructuur kan begrepen worden als zijnde wegen, energie en andere nutsvoorzieningen die voorzien zijn voor de groei van de industrie/handel. Een industrieterreinontwikkelingsproject is bestemd voor het gelijktijdig gebruik door verschillende bedrijven die in elkaars nabijheid liggen.

Algemeen

De meeste industrieterreinen in Vlaanderen worden ontwikkeld door publiekrechtelijke rechtspersonen zoals POM’s, gemeenten, provincies en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (IGS). Ook nv De Scheepvaart en Waterwegen en Zeekanaal kunnen bedrijventerreinen ontwikkelen. Private industrieterreinontwikkeling komt ook voor, zij het in mindere mate.

Er bestaat alvast niet zoiets als een sui generis vergunning voor industrieterreinontwikkeling. Een vergunning voor industrieterreinontwikkeling is een stedenbouwkundige handeling waarvan het voorwerp omschreven kan worden als zijnde “industrieterreinontwikkeling”.

Een stedenbouwkundige handeling voor een industrieterreinontwikkelingsproject omvat kenmerkend de aanleg van wegen, parkings, bufferbekkens, waterbekkens, industriegebouwen, nutsleidingen, riolering… m.a.w. alle infrastructuurwerken die nodig zijn voor de realisatie van een industrieterrein.

Betekenis van de term “industrieterrein”

In artikel 2, 4° van het decreet ruimtelijke economie van 13 juli 2012  komt volgende definitie voor van de term “bedrijventerrein”, die luidt: “Een zone, buiten een afgebakend zeehavengebied, die bestemd is voor de vestiging van industriële bedrijven, inclusief de bouwnijverheid en het transport, handel en commerciële en niet-commerciële dienstverlening en afvalverwerking en recyclage, met uitzondering van de zones die hoofdzakelijk bestemd zijn voor kleinhandelsactiviteiten, horeca en kantoren.”

De term “industrieterrein” is enger dan de term “bedrijventerrein”. In het kader van de project-m.e.r.-wetgeving dient de term “industrieterreinontwikkeling” (en dus ook “industrieterrein”) van rubriek 10a van bijlage II en III echter ruim geïnterpreteerd te worden. De term industrieterrein omvat terreinen bestemd voor industriële activiteiten, maar is zeker niet beperkt tot terreinen waar enkel industriële activiteiten ontwikkeld worden. Ons baserend op de definitie uit het decreet ruimtelijke economie en rekening houdende met de richtlijnen van de Europese Commissie, wordt onder “industrieterrein” het volgende verstaan:

Een zone die bestemd is voor de vestiging van industriële bedrijven, inclusief de bouwnijverheid en het transport, handel en commerciële en niet-commerciële dienstverlening en afvalverwerking en recyclage, met uitzondering van de zones die hoofdzakelijk bestemd zijn voor kleinhandelsactiviteiten, horeca en kantoren.

Betekenis van de term “industrieterreinontwikkeling”

In het kader van de toepassing van de project-m.e.r.-regelgeving wordt onder industrieterreinontwikkeling” het volgende verstaan:

De aanleg van de infrastructuurwerken die nodig zijn voor de realisatie en/of het functioneren van een industrieterrein/bedrijventerrein.

Het kan o.m. gaan over de aanleg van infrastructuur op de gemeenschappelijke delen van een bedrijventerrein, over de aanleg van infrastructuur die een gemeenschappelijke functie vervult ten behoeve van alle of verschillende bedrijven op een bedrijventerrein, en over de aanleg van infrastructuur die dient voor het gelijktijdig gebruik door verschillende bedrijven, zoals de aanleg van wegen, parkings, bufferbekkens, waterbekkens, nutsleidingen, riolering etc. De aanleg van een nieuw industrieterrein valt dus onder de term industrieterreinontwikkeling.

Een Individuele vergunningsaanvraag voor een bedrijf (vb. voor de oprichting of wijziging van de infrastructuur van een bedrijf, voor het aanleggen van nieuwe wegen of parkings op het privéterrein van een bedrijf, voor de interne herinrichting van een bedrijfsperceel ) wordt niet als industrieterreinontwikkeling beschouwd.





  • Geen labels