Mogelijke effecten van het project op de omgeving

Enkele relevante effecten worden hier besproken. 

Lucht

Naar lucht toe zijn er emissies mogelijk. Metingen van emissies aan stookinstallaties kunnen eventueel opgenomen worden om aan te tonen dat effecten niet aanzienlijk zijn. Ook geurhinder  is mogelijk.  Voor bepaalde bedrijven binnen de sector (vb. solventgebruikers) zijn er VOS-emissies mogelijk.

Bodem en grondwater

Verontreiniging naar bodem en grondwater zijn mogelijk omdat er calamiteiten kunnen optreden bij de opslag van stoffen. Als de opslag van stoffen conform VLAREM-reglementering is uitgevoerd, wordt de kans op calamiteiten verwaarloosbaar, bv. dubbelwandig uitvoeren en inkuipen. Indien voorgaande het geval is, kan dit aangegeven worden in de project-m.e.r.-screening en leidt dit niet tot aanzienlijke effecten.  Ook mogelijke effecten van een grondwaterwinning kunnen besproken worden1

Geluid en trillingen

Geluid en trillingen zijn relevant bij de exploitatie van een textielbedrijf. De negatieve effecten zijn meestal te wijten aan het geluid van de ventilatoren of de vrachtwagens die komen laden en lossen. Enkele voorbeelden van maatregelen die genomen kunnen worden binnen het project zijn overdag te laden en te lossen indien mogelijk, motor van de vrachtwagens afzetten tijdens het laden en lossen, geluidsarme ventilatoren te gebruiken, indien mogelijk kan er met de inplanting van de inrichting rekening gehouden worden. Het is aan te raden om de afstand tot bewoning aan te geven.

Licht

Licht en straling zijn minder relevant voor textielbedrijven.

Water

De textielindustrie loost grote hoeveelheden afvalwater, dat mogelijk chemisch belast is. Verschillende textielbedrijven hebben een eigen waterzuiveringsinstallatie.

Via de watertoets- en overstromingskaarten, die terug te vinden zijn op de website www.agiv.be, kan nagegaan worden of het projectgebied gelegen is binnen overstromingsgevoelig gebied. Als dat het geval is, is er mogelijks een effect. In de screening moet geduid worden welke maatregelen ingezet worden  ter compensatie van de overstromingsruimte.

Bij verharde oppervlaktes of overdekte constructies moet het project afgetoetst worden aan de stedenbouwkundige verordeningen inzake hemelwaterputten e.a., het decreet integraal waterbeleid en het concept ‘vasthouden-bergen-afvoeren’. Prioriteit gaat uit naar hergebruik van hemelwater en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.

Bij het bouwen van ondergrondse constructies is een tijdelijke bemaling mogelijk noodzakelijk. De invloedstraal van dergelijke bemaling zal meestal beperkt zijn en bijgevolg geen aanzienlijke milieueffecten veroorzaken.

Wanneer een grondwaterwinning aanwezig is op het bedrijf, moet de diepte en het debiet (m³/jaar) opgegeven worden. Daarbij is het ook aangewezen om aan de hand van VMM/BBT-cijfers aan te tonen dat er geen overmatig watergebruik is. Indien belangrijke effecten van deze grondwaterwinning verwacht worden, is een screening voor de grondwaterwinning noodzakelijk. Hiervoor wordt verwezen naar de (toekomstige) handleiding inzake grondwaterwinning.

Mobiliteit

Toename van vervoersbewegingen bij textielbedrijven wordt enkel relevant als het voorliggende project een grote uitbreiding van de milieuvergunning betreft. Wanneer de transportroute kwetsbare functies weert, zal het effect van deze transporten eerder beperkt zijn.

Gezondheid

Textielbedrijven (met beperkte capaciteit) hebben doorgaans geen of een beperkte impact op de gezondheid. Voornamelijk het hinderaspect (o.a. geuremissies) is relevant. Geurhinder werd onder de vraag inzake luchtverontreiniging beoordeeld. Indien het bedrijf niet nabij een kwetsbare functie ligt, is het gezondheidsaspect verder niet relevant.

Landschap

Impact op het landschap is enkel relevant wanneer het bedrijf landschappelijk gevoelig ligt door de ligging ervan in bijvoorbeeld een beschermd landschap, …  EN er nieuwe vergunningsplichtige constructies gebouwd worden. In dit geval moet landschap verder uitgewerkt worden en eventueel gezocht worden naar maatregelen om deze impact te milderen. Voor een maximale landschappelijke integratie wordt best rekening gehouden met de materialen die gebruikt worden en met de plaats van de inplanting van nieuwe constructies (zodanig dat de inrichting één geheel vormt). Om de visuele impact te minimaliseren kunnen streekeigen beplantingen in functie van optimale landschappelijke integratie aangelegd worden. Deze maatregelen kunnen in de screening vermeld worden om aan te tonen dat de effecten niet aanzienlijk zijn. Wanneer het bedrijf niet gelegen is in een landschappelijk gevoelig gebied, zijn de effecten op het landschap niet aanzienlijk.

Inzake archeologie tenslotte kan ervan uitgegaan worden dat de werkzaamheden verbonden aan textielbedrijven doorgaans geen aanzienlijke effecten veroorzaken. Uiteraard geldt wel de vondstmeldingsplicht en moeten noodzakelijke maatregelen genomen worden indien er een zekere archeologische potentie gekend is voor het projectgebied.

Natuur

Het project kan een impact hebben op voor natuur waardevolle gebieden via bvb. rustverstoring indien het in de nabijheid van of in gevoelige gebieden naar natuur gelegen is.  Dit kan het geval zijn wanneer in of op nabije afstand van SBZ, VEN, … ligt. Een modellering kan dan relevant zijn om uitsluitsel te geven over de impact van de emissies. Via de voortoets op de passende beoordeling kan ook al een indicatie gegeven worden over de impact. Indien geen passende beoordeling moet opgemaakt worden, is geen modellering voor de effecten op SBZ noodzakelijk. Inzake verdroging en rustverstoring kan verondersteld worden dat indien de effecten voor de grondwaterwinning en geluidsemissies niet aanzienlijk zijn, deze naar fauna en flora ook niet relevant zijn.

Andere

De textielindustrie is ook een energie-intensieve industrie.

Cumulatie

Inzake cumulatieve effecten, moeten nagegaan worden of er bedrijven (vb. andere textielbedrijven maar evengoed andere industrie) in de directe omgeving zijn met gelijksoortige effecten waardoor de impact vermoedelijk groter wordt. Als de omliggende bedrijven een belangrijke mede-impact hebben, kan dit ook aanleiding zijn om een uitgebreider onderzoek naar bv. geuremissies te voeren.









1. Zie pagina “Grondwateronttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater”.



  • Geen labels