In onderstaande tekst worden enkele vuistregels gegeven hoe in de project-m.e.r.-screening  de conclusie dat het project geen aanzienlijke effecten veroorzaakt kan gemotiveerd worden. Deze vuistregels kunnen bijgevolg gebruikt worden bij het invullen van de project-m.e.r.-screening in het omgevingsloket.

Merk op dat we hier een aantal generieke vuistregels meegeven, maar dat het steeds een geval tot gevalbeoordeling vereist afhankelijk van gevoelige receptoren of gekende problematieken in de omgeving van de aanvraag. Zo zijn de drempels bij bemalingen gelegen in beschermde duingebieden, groengebied, natuurontwikkelingsgebied, parkgebied of bosgebied om ingedeeld te zijn louter gebaseerd op dag- en jaardebieten en niet op verlaging van het grondwaterpeil. Bij bouwprojecten in of in de nabijheid van dergelijke gebieden, en die een project-m.e.r.-screening moeten uitvoeren, is het aangewezen om de screening uitgebreid te motiveren, indien deze nodig zal zijn voor het project. Bij grootschaligere/complexere bemaling (voorbeeld klasse 2 bemalingen) nabij gevoelige en kwetsbare gebieden waarbij een uitgebreidere effectbeoordeling noodzakelijk is, kan het raadzaam zijn om de bemaling reeds mee aan te vragen in de initiële vergunningsaanvraag. Dit om tegenstrijdige conclusies tussen beide milieubeoordelingen te vermijden.

Mogelijke effecten van het project op de omgeving

Potentiële effecten op het watersysteem

De effecten kunnen zowel betrekking hebben op de grondwaterkwantiteit als op de grondwaterkwaliteit. Dus in geval van onttrekking van grondwater dient er niet enkel naar mogelijke verdrogingseffecten gekeken te worden, maar eveneens naar mogelijke effecten van verzilting of andere wijzigingen van de fysicochemische samenstelling van het water en dient in geval van lozing in oppervlaktewater of een kunstmatig afvoerweg voor hemelwater of in riolering, of bij het terug in de ondergrond brengen ook de kwaliteit van het geloosde grond- of bemalingswater in beschouwing genomen te worden. Voor de beoordeling van dergelijke lozingen kan verwezen worden naar de MER-fiche lozing afvalwater: https://omgeving.vlaanderen.be/sites/default/files/2021-10/MFlozingafvalwater_0.pdf.

Door afpomping (door bemaling of een grondwaterwinning) is het mogelijk dat een (historische) vervuilingspluim zich verplaatst of verzilting optreedt bij intrusie van zeewater. Indien dit het geval is of de kans hiertoe bestaat, dient dit opgenomen te worden in de screening. Deze verontreiniging heeft zowel effect op de kwaliteit van het grondwater als op de bodemmatrix waardoorheen het water stroomt. Om na te gaan of dit het geval is moeten gegevens over gekende verontreinigingen nagegaan worden bij OVAM. Zie hiervoor ook de richtlijn bemaling van de VMM: Link: https://www.vmm.be/water/grondwater/bemaling/richtlijnen-bemalingen-ter-bescherming-van-het-milieu/ 

Ook cumulatieve effecten t.a.v. andere grondwinningen en/of bemalingen dienen ingeschat en in rekening gebracht te worden. Een grondwatertafeldaling kan immers ook gevolgen hebben voor naburige grondwaterwinningen. Informatie m.b.t. naburige grondwaterwinningen is te vinden in de Databank Ondergrond Vlaanderen (DOV https://www.dov.vlaanderen.be/). Dit is een GIS-omgeving waar de verschillende vergunningen op kaart worden weergegeven.

Bij bemaling kan het te lozen water in oppervlaktewater of het terug in de ondergrond brengen een negatieve impact hebben op de omgeving. Zo kan de maximale bergingscapaciteit van waterlopen overschreden worden of de bodem verzadigd raken waardoor dit nefast is in reeds overstromingsgevoelige gebieden. Verder dient er aangegeven te worden wat de diepte en het volume/debiet van de bemaling is op basis van de beschikbare gegevens op dat moment. In geval van (retour)bemaling dient aangegeven te worden op welke diepte onder het maaiveld bemaald wordt en wat het (geschatte) maximale bemalingsdebiet is.

Specifiek voor bemalingen  en als ondersteuning bij de rode blokken in het schema onder 15.2 kunnen volgende vuistregels in acht genomen worden.  Indien nog niet alle details van de bemaling gekend op het moment van de aanvraag van het bouwproject, wordt uitgegaan van een worst case inschatting. Het is namelijk niet de bedoeling om reeds een volledige bemalingsstudie op te maken bij de initiële omgevingsvergunningsaanvraag maar wel een uitspraak te doen over de mogelijke aanzienlijke effecten van de bemaling. 

Als snelle check kan nagegaan worden wat de maximale verlaging van het grondwaterpeil is die bij een bemaling zou optreden. In art 1.1.2 van VLAREM II is deze gedefinieerd als: verlaging van het grondwaterpeil bij een bemaling: minimale verlaging van het grondwaterpeil om de beoogde werkzaamheden te kunnen uitvoeren, vastgelegd op 0,5 meter onder het beoogde uitgravingspeil van de bouwput of -sleuf. Het maximale beoogde uitgravingspeil kan op de bouwplannen teruggevonden worden. Als vuistregel kan je hanteren dat de uitgraving bij max. 1 ondergrondse verdieping zonder liftkoker <= 3,5 m onder maaiveld is (en dus verlaging <= 4 m onder maaiveld). Dergelijke bemalingen worden in de indelingslijst als klasse 3 aanzien (dus behorende tot de klasse van minst hinderlijke inrichtingen of activiteiten) als ze niet gelegen zijn in een beschermd duinengebied, een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied (gegevens die in een aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen moeten opgenomen zijn), en dus kan bij de omgevingsvergunningsaanvraag van de stedenbouwkundige handeling gesteld worden dat dit kleinschalige bemalingen zijn waarvoor de effecten niet aanzienlijk zijn. Volgende tekst kan hiervoor minimaal gebruikt worden als motivering in de project-m.e.r.-screening :



Voor projecten met een diepere uitgraving of die gelegen zijn in een beschermd duinengebied, een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied een parkgebied of een bosgebied of met gekende verontreinigingen in het studiegebied, is bovenstaande paragraaf onvoldoende en dient de milieueffectbeoordeling verder gemotiveerd worden op basis van volgende gegevens:

            • Indien er uitvoeringswijzes of uitvoering in bepaalde periode van het jaar mogelijk zijn waarbij er geen vergunningsplichtige bemaling nodig is, kan verondersteld worden dat de effecten van de bemaling altijd tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden. De eventuele maatregelen hiertoe moeten dan ook beschreven worden in de project-m.e.r.-screening bij de aanvraag van de bemaling.
            • Voor de gevallen waarbij er al zekerheid is dat er een bemaling nodig is, kan door de aanvrager een snelle screening gebeuren a.d.h.v. de VMM-rekentool van het debiet en van de invloedstraal https://www.vmm.be/water/grondwater/bemaling. Bij gebrek aan meer accurate info over het initiële grondwaterpeil kan worst case gerekend worden met een initieel grondwaterpeil op 0,1 m onder maaiveld. Indien het debiet beperkt blijft tot max. 30.000m³/j en max. 2.500m³/d en de bemaling niet gelegen is in een beschermd duinengebied, een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied een parkgebied of een bosgebied is de bemaling in de 3de klasse ingedeeld en kan bovenstaande tekst als motivering gebruikt worden. (Let wel op in functie van meer complexe bemalingen of de VMM-rekentool wel bruikbaar is en is terug te vinden in de bijhorende disclaimer. Indien de rekentool niet gebruikt kan worden vanwege de complexiteit van de bemaling, zal er al een grondigere berekeningen en onderzoek moeten gebeuren om de effecten van de bemaling te bepalen.)
            • Op basis van de berekende invloedstraal kan voor de resterende projecten vervolgens een evaluatie gebeuren van de impact. In de omgevingscheck op het omgevingsloket kan voor een aantal kaartlagen de afstand gemeten worden en vergeleken met de worst case invloedstraal (zie tab milieu- en natuur in het omgevingsloket). De check kan ook gebeuren a.d.h.v. de kaartlagen beschikbaar in het themaloket bemalingen op DOV (https://www.dov.vlaanderen.be/portaal/?module=verkenner&thema=bemalingen#ModulePage ).

Voor de beoordeling van het verdrogingsriscico, kan teruggegrepen worden naar het schema uit het richtlijnenboek Water waaruit volgt dat indien binnen de verlagingscontour van 5 cm er geen gevoelige droogtegevoelige gebieden gesitueerd zijn, de impact mbt verdroging aanvaardbaar is.

            • De beoordeling van het risico op verplaatsing van gekende verontreinigingen kan gebeuren door de decretale bodemonderzoeken binnen de invloedstraal te screenen op al dan niet aanwezige verontreinigingen in het grondwater. Voor de aanwezige grondwaterverontreinigingen kan het verspreidingsrisico berekend worden. Hierbij kunnen de rekentools van VMM gehanteerd worden voor een conservatieve inschatting.
            • Indien een vergunningsplichtig project in of nabij een Habitat- of Vogelrichtlijngebied gelegen is, wordt er supplementair een voortoets of passende beoordeling bij de aanvraag gevoegd waaruit zal blijken dat er betekenisvolle effecten zijn. Voor een bemaling is er reeds een voortoetsmodule (module wijziging grondwaterstand). Indien deze niet toegevoegd is, is het theoretisch volgens het Natuurdecreet de taak van de vergunningverlener om deze toetsing te doen. In de fase van volledigheidsverklaring kunnen deze gegevens ook aan de vergunningaanvrager gevraagd worden.
            • Indien een vergunningsplichtig project in een VEN-gebied gelegen wordt er supplementair minimaal een verscherpte natuurtoets bij de aanvraag gevoegd waaruit zal blijken of het aangevraagde onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur kan veroorzaken.

Emissies naar het milieu, m.u.v. water

Voor deze activiteiten zijn o.a. emissies van geluid te verwachten, gegenereerd door pompinstallaties die geactiveerd zijn. Dit kan hinder veroorzaken voor omwonenden of in natuurgebieden. Er bestaan steeds uitvoeringswijzen waarbij door de keuze van de stroomvoorziening voor de pomp of door het akoestisch isoleren van de geluidsbron het effect naar de omgeving te milderen tot een aanvaardbaar niveau.

Potentiële effecten op mens, natuur & landschap

 Hier vormen voornamelijk de effecten op natuur een aandachtspunt. Het onttrekken van grondwater kan voor een verlaging van de grondwatertafel zorgen waardoor verdroging kan optreden bij een significante daling. Dit kan een impact hebben op waardevolle biotopen en/of faunistisch belangrijke gebieden.

Voor bemaling kan verwezen worden naar de vuistregels in voorgaande paragraaf.

Daarnaast kan het te lozen water als gevolg van bemaling eveneens een effect hebben op deze gebieden. Effecten op landschap (structuur- en relatiewijzigingen) en op (archeologisch) erfgoed kunnen evenzeer een aandachtspunt vormen. Grondwaterstandsverlagingen kunnen immers leiden tot veranderingen in de draagkracht van de grond. Hierdoor kunnen zettingen optreden. Maar ook verdroging kan aanleiding geven tot landschapsecologische verstoring en aantasting van archeologisch erfgoed.

Andere te verwachten effecten

 Verdroging van de bodem door het dalen van het grondwaterpeil kan een daling van de productiviteit van landbouwgrond tot gevolg hebben wat nefast is voor de inkomsten van de landbouwer. Ook kan inklinking voorkomen bij waterwinning in zettingsgevoelig gebied (bv. veen).

Voor bemalingen kan verwezen worden naar de vuistregels in voorgaande paragraaf. Aanvullend kan men de tijdelijkheid van een bemalingen als argument aanhalen om te motiveren dat er geen aanzienlijke effecten zullen zijn. 

Relatie met andere projecten

 Indien er zich activiteiten met gelijkaardige effecten, zoals (drinkwater)bedrijven of particulieren grondwaterwinningen, in de directe omgeving van het te screenen project bevinden waardoor de totale milieu-impact vermoedelijk groter wordt, moeten deze activiteiten aangeduid worden met vermelding van de ligging en het type activiteit. Binnen welke perimeter deze inventarisatie moet uitgevoerd worden, is afhankelijk van de grootte van de effecten, de ligging van de activiteit t.a.v. bewoning, de ligging van het bedrijf t.a.v. natuurgevoelige gebieden… Als de omliggende activiteiten een belangrijke mede-impact hebben, kan dit ook aanleiding zijn om een uitgebreider onderzoek naar bv. verdroging te voeren.



  • Geen labels