Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina historie

« Vorige Versie 4 Volgende »

In het schriftelijk leefomgevingsonderzoek (SLO-4, 2018) werd gesteld dat de bronnen van lawaaihinder vanuit de landbouw landbouwwerktuigen, vee en ventilatoren van stallen zijn. In het kader van de activiteitengroep ‘Landbouwdieren’ zijn dan ook de bronnen vee en ventilatoren belangrijk. Hieraan kunnen nog de vrachtwagens en landbouwvoertuigen toegevoegd worden die grondstoffen, eindproducten en afvalstoffen komen laden en lossen. Landbouw blijft de minst storende bron van geluidshinder met 6% tamelijk tot extreem gehinderden.

Zoals reeds gesteld, dient geluidshinder in het kader van de aanleg- of afbraakfase niet beoordeeld te worden, aangezien het hinderniveau vergelijkbaar is met de woningbouw.

De transportbewegingen kunnen naast een geluidsproductie ook zorgen voor verkeershinder. Hiervoor wordt verwezen naar de discipline mens. Bij de beschrijving van de referentiesituatie wordt een tabel opgenomen met het gemiddeld geluidsniveau dat kan verwacht worden bij een bepaalde snelheid en bepaalde vrachtwagenintensiteit.

In het schriftelijk leefomgevingsonderzoek (SLO-4, 2018) werd gesteld dat de bronnen van lawaaihinder vanuit de landbouw landbouwwerktuigen, vee en ventilatoren van stallen zijn. In het kader van de activiteitengroep ‘Landbouwdieren’ zijn dan ook de bronnen vee en ventilatoren belangrijk. Hieraan kunnen nog de vrachtwagens en landbouwvoertuigen toegevoegd worden die grondstoffen, eindproducten en afvalstoffen komen laden en lossen. Landbouw blijft de minst storende bron van geluidshinder met 6% tamelijk tot extreem gehinderden.

Zoals reeds gesteld, dient geluidshinder in het kader van de aanleg- of afbraakfase niet beoordeeld te worden, aangezien het hinderniveau vergelijkbaar is met de woningbouw.

De transportbewegingen kunnen naast een geluidsproductie ook zorgen voor verkeershinder. Hiervoor wordt verwezen naar de discipline mens. Bij de beschrijving van de referentiesituatie wordt een tabel opgenomen met het gemiddeld geluidsniveau dat kan verwacht worden bij een bepaalde snelheid en bepaalde vrachtwagenintensiteit.

In deze paragraaf definiëren we enkele begrippen die van belang zijn. Meer info is terug te vinden in het richtlijnenboek ‘geluid en trillingen’.

Bestaande inrichtingeneen ingedeelde inrichting of onderdelen van een ingedeelde inrichting:
  • waarvoor de exploitatie op 1 januari 1993 was vergund, of waarvoor vóór 1 september 1991 een vergunningsaanvraag is ingediend;
  • of, die op 1 januari 1993 in bedrijf zijn gesteld, vóór 1 september 1991 niet vergunningsplichtig waren, en waarvoor voor 1 maart 1993 een vergunningsaanvraag is ingediend;
  • of, wanneer het in de derde klasse ingedeelde inrichtingen betreft, die op 1 januari 1993 in bedrijf zijn gesteld en waarvoor de melding gebeurde voor 1 maart 1993;
  • of, die op 1 januari 1993 niet ingedeeld waren, en het ten gevolge een wijziging van of aanvulling op de indelingslijst nadien wel werden of worden, en die op dat ogenblik reeds in uitbating of gebruik waren of zijn.
Nieuwe inrichtingingedeelde inrichting die niet beantwoordt aan de criteria voor "bestaande inrichting"
Geluidsdrukniveau (Lp)

Geluidsdrukken kunnen zeer sterk uiteenlopende waarden hebben. Indien de geluidsdruk zou weergegeven worden in Pascal zou dit leiden tot enorm grote en moeilijk hanteerbare getallen om mee te werken (de verhouding gehoordrempel/pijngrens is groter dan een miljoen). Geluidsdruk wordt daarom uitgedrukt in een logaritmische schaal aan de hand van geluidsdrukniveau (verwijzend naar een referentiewaarde). Het menselijk gehoor reageert ook logaritmisch.

Het geluidsdrukniveau Lp wordt als volgt gedefinieerd:

Lp= 10.log10(p²/p0²) (dB) met p0 = 20 μPa

Specifieke geluid (Lsp)De getalwaarde van de akoestische grootheid die het geluid van een inrichting of een deel ervan karakteriseert en die eventueel aangepast wordt met een beoordelingsgetal.
LA95,TDe waarde van het achtergrondgeluidsdrukniveau volgens Vlarem II (indien de waarneemperiode T = 1uur is). Dit is representatief voor de 5% stilste waarden.
LW, LWAHet geluidsvermogenniveau (lineair of A-gewogen) of brongeluid. Het is een maat voor het uitgestraalde geluidsvermogen. Het is een éénduidig cijfer voor een bepaalde bron. Voor een puntbron geldt in het vrije veld volgende relatie tussen geluidsdrukniveau en geluidsvermogenniveau: LWA = LpA + 11 + 20 log r (r = afstand in m).


  • Geen labels