Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina historie

Versie 1 Volgende »

Een terreinonderzoek ter plaatse is absoluut noodzakelijk om de oorzaak te identificeren van de scheurvorming in uw woning, aangezien het vaak een complexe materie is die door experten moet bekeken worden.  

Op veel plaatsen in Vlaanderen zit er plastische klei onder de grond, al dan niet dicht aan de oppervlakte. Kleigronden zijn in min of meerdere mate plastisch. Ze kunnen een volumeverandering ondergaan, dit wil zeggen zwellen en/of krimpen bij de opname of afgave van water. Kleigronden bestaan uit klei, maar kunnen ook andere bestanddelen als zand, silt, grind, ... bevatten. Kleimineralen in de Vlaamse bodem en ondergrond kunnen een zwel- en krimpgedrag vertonen bij verandering van het watergehalte in de grond. Dit zwel- en krimpgedrag is in meer of mindere mate afhankelijk van de mineralogie, de diepte van de klei, de verweringsgraad en de dikte van de grond, en kan een risico inhouden bij bouwen op kleigronden of bij hergebruik ervan.

Databank Ondergrond Vlaanderen (DOV) heeft een themaloket Plastische Gronden uitgewerkt waar informatie kan worden opgezocht over het voorkomen van potentiële klei- en leemvoorkomens (infopagina: https://www.dov.vlaanderen.be/page/plastische-gronden, themaloket: https://www.dov.vlaanderen.be/portaal/?module=plastischegrondenverkenner). Op basis van het (Hydro-)Geologisch 3D Model van Vlaanderen en de Bodemkaart krijg je een idee waar in Vlaanderen ondiep potentieel plastische gronden voorkomen. Plastische gronden kunnen bij droogte water afgeven en dus krimpen, en bij hoge vochtigheid veel water opnemen. Bij extreme droogte kunnen zich differentiële zettingen van deze gronden bij woningen voordoen en zo eventueel schade veroorzaken. De problematiek van scheuren van huizen is vaak gerelateerd aan de samenstelling van de bodem en ondergrond, maar ook aan andere aspecten als de relatie met de stand van het grondwater, de technische eigenschappen van betrokken gebouwen en hun funderingen evenals aan de aanplantingen er rond. Uiteraard kunnen er ook andere oorzaken, zoals een lekkende waterleiding of riolering aan de basis liggen.

Er is ook invloed van leem en het in Vlaamse zanden vaak voorkomende mineraal glauconiet, op het zwel- en krimpgedrag van gronden. De leemkaart is een aparte kaart in het bovengenoemde themaloket. Het departement Omgeving plant een onderzoek (2021) over het belang van de samenstelling van de ondergrond bij zwel- en krimpgedrag. Voor het in kaart brengen van de veenvoorkomens is er bij het departement Omgeving al een studie lopende met de KU Leuven.

Deze kaarten geven dus wat context bij de bodemkundige en geologische kleiige opbouw in een bepaalde regio van Vlaanderen, en kunnen dienst doen tijdens de verkenning van de problematiek.




  • Geen labels