Onderstaand voorbeeld volgt de verschillende stappen zoals opgenomen in de berekeningsfiche ‘vereenvoudigde geluidsoverdrachtberekeningen bij veeteeltbedrijven’. 

Zie ook het tabblad toelichtingsnota in deze berekeningsfiche (in excel) voor een getailleerde handleiding bij het invullen van deze rekensheet.

Het voorbeeld is een bedrijf van slachtkippen. Het bedrijf bestaat uit

  • 2 stallen daterend van 1991 met elk 5 nokventilatoren en 4 gevelventilatoren in de zuidwestelijke gevel
  • 1 stal vergund in 1998 met 9 nokventilatoren en 4 gevelventilatoren in de zuidwestelijke gevel

De exploitant wil het bedrijf uitbreiden met nog 2 stallen. Elke stal heeft 5 nokventilatoren en 9 gevelventilatoren in de noordoostelijke gevel.

De dieren worden opgeladen in de zone tussen de huidige en de toekomstige stallen. De voederleveringen komen aan de noordwestelijke hoek van de toekomstige stallen.

Projectomschrijving

Een bestaand landbouwbedrijf heeft diverse kippenstallen met in totaal:

Vergund vóór 1993
nokventilatoren10
gevelventilatoren8
Vergund na 1993
nokventilatoren9
gevelventilatoren4
Uitbreiding
nokventilatoren10
gevelventilatoren16

Het is nodig dat alle relevante geluidsbronnen op een plan worden aangeduid met het type van bron (ventilator, ,…).

Tevens komt er overdag of ‘s nachts een vrachtwagen veevoeder leveren met behulp van een ongedempte compressor op de vrachtwagen zelf.

’s Morgens vroeg, en dit voor 5h, kunnen de kippen worden opgehaald om naar het slachthuis vervoerd te worden.

Er wordt als rekenvoorbeeld een receptor A gekozen ten noorden van het bedrijf en een receptor B ten oosten.

Op bovenstaand plan van het bedrijf is aangeduid:

  • De groene stallen vergund vóór 1993
  • De blauwe stal vergund na 1993
  • De twee gele geplande stallen
  • De rode cirkels komen overeen met de positie van een ventilator
  • De zwarte punten zijn receptoren in de omgeving.

Stap 1: Ligging receptor, zwaartepunten en bronnen

Voor de berekening dient een geluidszwaartepunt (zwp) gekozen te worden. Hierbij kunnen verschillende strategieën gevolgd worden. De eenvoudigste benadering is om 1 zwaartepunt te kiezen voor alle bronnen. Dit zwaartepunt wordt dan doorgaans in het midden van alle stallen gekozen. In een verfijning kan per type bron/situatie een ander zwaartepunt gekozen worden, bij voorbeeld voor de bronnen vergund vóór 1993, voor deze na 1993, voor de uitbreiding en voor elk incidenteel geluid. Dit leidt tot iets nauwkeurigere resultaten maar is geen must. Alleszins dient in het MER wel duidelijk de positie(s) van het (de) zwaartepunt(en) duidelijk gedefinieerd te worden. Het toevoegen van een plattegrond biedt zeker een meerwaarde. In het rekenvoorbeeld worden verschillende zwaartepunten gekozen. Onderstaande tabel geeft de Lambert 72-coördinaten en de afstanden tussen receptor en elk zwaartepunt.


receptor A

x=148148, y=171088

receptor B

x=148545, y=170856

ZWP voor 1993

x=148184, y=170814

276 m363 m
ZWP na 1993x=148195, y=170778314 m

359 m

ZWP uitbreiding

x=148284, y=170828293 m262 m
ZWP laden dierenx=148230, y=170822278 m

317 m

ZWP voederleveringx=148231, y=170840262 m314 m

Stap 2: Data eigen aan receptor

Voor elke receptor wordt de ligging op het gewestplan of het bestemmingsplan opgezocht - in dit voorbeeld liggen receptor A en B in agrarisch gebied op meer dan 500 m van industriegebied. Hieruit wordt de richtwaarde, de grenswaarde en de grenswaarde voor incidenteel geluid afgeleid.

Er werden geen geluidsmetingen uitgevoerd, maar op basis van een terreinbezoek kunnen we voor dit voorbeeld aannemen dat er geen grote wegen in de buurt zijn of een industriegebied. Het studiegebied kan dus gekarakteriseerd worden als afgelegen en landelijk.

Dit levert voor beide receptoren volgende data op voor een ligging in agrarisch gebied:


dag (dB(A))avond (dB(A))nacht (dB(A))
Richtwaarde RW454035
Grenswaarde GW (=RW-5)403530
Grenswaarde incidenteel geluid554540
Schatting Lref (oorspronkelijk omgevingsgeluid)353025

Stap 3: Beoordeling continu geluid

De beoordeling continu geluid in 3 deelstappen

  1. Berekening en beoordeling deel vergund vóór 1993.
  2. Berekening en beoordeling deel vergund na 1993.
  3. Berekening uitbreiding en beoordeling toekomstige exploitatie


Niet al deze stappen moeten noodzakelijkerwijs ingevuld worden. Bij een bedrijf dat pas na 1993 gestart is, wordt deelstap 3.1 overgeslagen. Bij een MER louter voor een hervergunning, stopt de berekening bij deelstap 3.2.

Stap 3.1 Specifiek geluid vergund voor 1993

In de huidige vergunde situatie zijn er 18 ventilatoren aanwezig die vergund werden vóór 1993. Er zijn 10 nokventilatoren en 8 gevelventilatoren. Receptoren A en B hebben geen zicht op de gevelventilatie. Deze gevelventilatoren zonder zichtlijn op de receptor worden niet in rekening gebracht bij de verdere berekeningen.


receptor Areceptor B
gevelventilatie zichtbaar0 van 80 van 8
nokventilatie1010
som (N)1010

Het totale geluidsvermogenniveau van de bestaande continue geluidsbronnen in de huidige vergunde situatie wordt dan bekomen door de geluidsniveaus op te tellen. We veronderstellen ook het volgende ventilatieregime voor de drie dagdelen:

dagavondnacht
70 %50 %40 %

Lwtot is dan Lw(per ventilator) + 10 x log (N) + 50 x log(regime). Aangezien beide receptoren evenveel ventilatoren zien, is het brongeluid voor beide gelijk.

De afstanden waren eerder berekend als:


receptor A

x=148148, y=171088

receptor B

x=148545, y=170856

ZWP voor 1993x=148184, y=170814276 m363 m

Het specifiek geluid Lsp wordt dan berekend met de formule Lsp = LWA - 10 x log (4 x π x r² ) – (0.5 x r/100) als:

Receptor A

Receptor B

Toetsing en effectbeoordeling van de huidige vergunde inrichting

Het bedrijf en de omliggende receptoren zijn in agrarisch gebied gelegen. Immissiepunten gelegen in agrarisch gebied op > 500 m van industrie-/KMO-gebied worden beoordeeld volgens categorie 10 uit Vlarem II.

In volgende tabel wordt achtereenvolgens gegeven:

  • Lvoor: het oorspronkelijk omgevingsgeluid of referentiesituatie
  • Lsp installaties vergund voor 1993
  • Lna: gelijk aan de logaritmische som van Lvoor en Lsp installaties vergund voor 1993
  • Toename: lineair verschil Lna – Lvoor
  • Tussenscore
  • Toetsing aan Vlarem.

Receptor A

Receptor B

Voor beide receptoren geldt dezelfde conclusie: de tussenscore is 0 aangezien het geluidsniveau minder dan 1 dB toeneemt. Het specifiek geluid Lsp van de installaties vergund vóór 1993 voldoet aan de richtwaarde. Dit leidt tot een eindscore van 0 voor de drie dagdelen. Het effect is verwaarloosbaar.

Stap 3.2 Specifiek geluid vergund na 1993

In de huidige vergunde situatie zijn er 13 ventilatoren aanwezig die vergund werden na 1993. Er zijn 9 nokventilatoren en 4 gevelventilatoren. Receptoren A en B hebben geen zicht op de gevelventilatie. Deze ventilatoren tellen dus niet mee.


receptor Areceptor B
gevelventilatie zichtbaar0 van 40 van 4
nokventilatie99
som (N)99

Het totale geluidsvermogenniveau van de bestaande continue geluidsbronnen in de huidige vergunde situatie wordt dan bekomen door de geluidsniveaus op te tellen. We veronderstellen ook het volgende ventilatieregime voor de drie dagdelen:

dagavondnacht
70 %50 %40 %

Lwtot is dan Lw(per ventilator) + 10 x log (N) + 50 x log(regime). Aangezien beide receptoren evenveel ventilatoren zien, is het brongeluid voor beide gelijk.

De afstanden waren eerder berekend als:


receptor A

x=148148, y=171088

receptor B

x=148545, y=170856

ZWP na 1993x=148195, y=170778314 m359 m

Het specifiek geluid Lsp wordt dan berekend met de formule Lsp = LWA - 10 x log (4 x π x r² ) – (0.5 x r/100) als:

Receptor A

Receptor B

Toetsing en effectbeoordeling van de huidige vergunde inrichting

Het bedrijf en de omliggende receptoren zijn in agrarisch gebied gelegen. Immissiepunten gelegen in agrarisch gebied op > 500 m van industrie-/KMO-gebied worden beoordeeld volgens categorie 10 uit Vlarem II.

In volgende tabel wordt achtereenvolgens gegeven:

  • Lvoor: het omgevingsgeluid met de bestaande installaties = OOG + Lsp bestaand = Lna uit stap 3.1
  • Lsp installaties vergund na 1993
  • Lna: gelijk aan de logaritmische som van Lvoor en Lsp installaties vergund voor 1993
  • Toename: lineair verschil Lna – Lvoor
  • Tussenscore
  • Toetsing aan Vlarem.
  • Toetsing totale exploitatie aan richtwaarde en vergeleken met OOG: Lvoor = OOG, Lna = OOG + Lsp vergund voor 1993 + Lsp vergund na 1993

Receptor A

Beoordeling totale huidige exploitatie

Receptor B

Beoordeling totale huidige exploitatie

Voor beide receptoren geldt dezelfde conclusie: de tussenscore is 0 aangezien het geluidsniveau minder dan 1 dB toeneemt. Het specifiek geluid Lsp van de installaties vergund na 1993 voldoet aan de richtwaarde. Dit leidt tot een eindscore van 0 voor de drie dagdelen. Het effect is neutraal. Ook wanneer de totale huidige exploitatie wordt beschouwd, is er slechts een beperkte toename van het oorspronkelijk omgevingsgeluid en is het effect verwaarloosbaar.

Stap 3.3 Specifiek geluid uitbreiding

In de toekomstige situatie komen er 26 ventilatoren bij. Er zijn 10 nokventilatoren en 16 gevelventilatoren. De gevelventilatoren zijn voorzoen van een stofbak. Receptoren A heeft geen zicht op de gevelventilatie. Deze ventilatoren tellen dus niet mee. Receptor B kijkt wel uit op de nieuwe gevelventilatoren en deze tellen dus mee.


receptor Areceptor B
gevelventilatie zichtbaar0 van 1616 van 16
nokventilatie1010
som (N)1026

Het totale geluidsvermogenniveau van de bestaande continue geluidsbronnen in de toekomstige situatie wordt dan bekomen door de geluidsniveaus op te tellen. We veronderstellen ook het volgende ventilatieregime voor de drie dagdelen:

dagavondnacht
70 %50 %40 %

Lwtot is dan 10 x log(aantal nokventilatorenx10^(85/10) + aantal gevelventilatoren x 10^(75/10)) + 50 x log(regime). Beide receptoren zien een ander aantal ventilatoren zodat het brongeluid nu verschillend is.

Receptor A

Receptor B

De afstanden waren eerder berekend als:


receptor A

x=148148, y=171088

receptor B

x=148545, y=170856

ZWP uitbreidingx=148195, y=170778293 m262 m

Het specifiek geluid Lsp van de uitbreiding wordt dan berekend met de formule Lsp = LWA - 10 x log (4 x π x r² ) – (0.5 x r/100). Dan wordt de som gemaakt van dit Lsp met Lsp nieuw vergund (uit stap 3.2). Dit is het Lsp van alle nieuwe installaties na uitvoering van het project. Deze waarde wordt dan getoetst aan Vlarem.

Receptor A

Receptor B

Toetsing en effectbeoordeling van de toekomstige inrichting

Het bedrijf en de omliggende receptoren zijn in agrarisch gebied gelegen. Immissiepunten gelegen in agrarisch gebied op > 500 m van industrie-/KMO-gebied worden beoordeeld volgens categorie 10 uit Vlarem II.

In volgende tabel wordt achtereenvolgens gegeven:

  • Lvoor: het huidige omgevingsgeluid = logaritmische som van het oorspronkelijk omgevingsgeluid en Lsp huidige exploitatie = Lna van stap 3.2
  • Lna: het toekomstige omgevingsgeluid gelijk aan de logaritmische som van Lvoor en Lsp toekomstige exploitatie
  • Toename: lineair verschil Lna – Lvoor
  • Tussenscore
  • Toetsing aan Vlarem.
  • Toetsing totale exploitatie aan richtwaarde en vergeleken met OOG: Lvoor = OOG, Lna = OOG + Lsp vergund voor 1993 + Lsp vergund na 1993 + Lsp uitbreiding

Receptor A

Toetsing toekomstige exploitatie aan richtwaarde:

Merk op dat voor de dag de toename 1,2 dB bedraagt. Afgerond is dit 1 dB en kan de tussenscore op 0 gezet worden (toename ≤ 1 dB).

Receptor B

Toetsing toekomstige exploitatie aan richtwaarde:

Merk op dat voor de dag de toename 1,1 dB bedraagt. Afgerond is dit 1 dB en kan de tussenscore op 0 gezet worden (toename ≤ 1 dB).

Voor beide receptoren geldt dezelfde conclusie: de tussenscore is 0 aangezien het geluidsniveau minder dan 1 dB toeneemt. Het specifiek geluid Lsp van de installaties vergund na 1993 voldoet in de toekomst nog steeds aan de grenswaarde. Dit leidt tot een eindscore van 0 voor de drie dagdelen, Het effect van de uitbreiding is verwaarloosbaar. Wanneer de totale toekomstige exploitatie wordt beschouwd, is er toename van ongeveer 1 dB van het oorspronkelijk omgevingsgeluid. Het specifiek geluid Lsp van de toekomstige exploitatie voldoet aan de richtwaarde, wat leidt tot een verwaarloosbaar effect.  

Stap 4: Beoordeling incidenteel geluid

Het lossen van veevoeder voldoet aan de definities van een incidentele bron, omdat de duurtijd van het lossen voldoende kort is. Tevens worden er zowel tijdens de dagperiode als tijdens de nachtperiode (vroege ochtend) dieren geladen. Dit heeft een continu karakter maar veroorzaakt wel af en toe geluidspieken.

BouwsteenBrongeluid LWAType bron: continu/incidenteel/impulsachtig
laden van kippen

93 dB(A)continu
103 dB(A) LWAmaxincidenteel
voederlevering108 dB(A)incidenteel

Het incidenteel geluid is gesitueerd tussen de stallen voor het laden van dieren en aan de hoek van een van de toekomstige stallen.

De afstanden waren eerder berekend als:


receptor A

x=148148, y=171088

receptor B

x=148545, y=170856

ZWP laden dierenx=148230, y=170822278 m317 m
ZWP voederleveringx=148231, y=170840262 m314 m

Op de plattegrond zien we dat voor receptor B de zichtlijn op de beide bronnen doorbroken wordt door de geplande stallen. Hierdoor kan een reductie van 10 dB in rekening gebracht worden (zie tabblad voorbeeldfiguren voor inschatting reductie door afscherming in rekensheet geluid). Receptor A heeft wel een rechtstreekse zichtlijn.

Voor het laden van dieren wordt de geluidsimmissie berekend met de formule Lsp = LWA - 10 x log (4 x π x r² ) – (0.5 x r/100).

Receptor A

Receptor B

Voor receptor A is er een overschrijding bij een beoordeling als nieuw maar voldoet het wel aan de richtwaarden (beoordeling als bestaand). Voor dit punt kan men wel beargumenteren dat het laden van de dieren ook al op dezelfde positie gebeurde. Bij een beoordeling als bestaand zijn de limieten 5 dB hoger en wordt er voldaan. Dit dient duidelijk gemotiveerd te worden.

Voor receptor B wordt er zonder afscherming nipt voldaan aan de eisen van een nieuwe inrichting. Met afscherming liggen de waarden 10 dB lager en wordt ruim voldaan.

Voor het leveren van veevoer zijn de berekeningen analoog. Voor receptor A is er geen afscherming in rekening gebracht.

Receptor A

Receptor B

Voor receptor A is er een overschrijding in de avond en de nacht, voor receptor B wordt er voor de drie dagdelen voldaan.

Milderende maatregelen

Voor de continue geluidsbronnen werd een score 0 berekend voor de huidige exploitatie en voor de uitbreiding. Hier zijn dus geen milderende maatregelen nodig.

Voor de incidentele bronnen zijn er wel overschrijdingen te verwachten voor de avond- en nachtperiode ter hoogte van de receptor ten noorden. Het lossen van veevoeder kan gereduceerd worden door een vrachtwagen met een geluidsarmere compressor of enkel lossen tijdens de dagperiode. Het laden van de dieren wordt bij voorkeur enkel overdag of in de avond uitgevoerd.



Berekeningsfiche

Toelichtingsnota

(downloaden via rechtermuisknop 'link openen in nieuw tabblad')

  • Geen labels