Versies vergeleken

Uitleg

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Opmaak is veranderd.

...

Wanneer je de zoekopdracht wil verwijderen, kan dat door rechts van de zoekgebiedfilter op het kruisje te klikken in het paneel 'Zoekregels'.

6.3   Zoekresultaten filteren (geavanceerd zoeken)

Vroeger voorzag de Verkenner in een knop “geavanceerd zoeken”. Dit ziet er nu iets anders uit, maar je kan nog steeds de zoekresultaten filteren.

...

Je krijgt de actieve filters die gebruikt worden voor het beperken van de zoekresultaten, te zien in een extra onderdeel in het linkerpaneel van de Verkenner. Dit onderdeel krijgt de titel 'Zoekresultaten filteren' en wordt altijd weergegeven boven het bestaande paneel 'Kaartbeeld instellen'. De huidige werking van de panelen blijft behouden en standaard zal het paneel dus ingeklapt zijn.

6.3.1. Kies een doorzoekbare kaartlaag

Alvorens je de zoekresultaten kan filteren, dien je te zorgen dat er minstens één doorzoekbare kaartlaag toegevoegd is aan de kaart. Dit zijn kaartlagen die beschikken over bepaalde kenmerken of attributen waarop gericht gezocht kan worden.   

...

Bij het opstarten van deze functionaliteit klik je op het filtersymbool en selecteer je een doorzoekbare laag in de dropdown-box. Daarop verschijnt de eerste, nog bijna lege zoekregel verschijnt. In de eerste dropdown-box wordt de bijpassende lijst van attributen geladen.

6.3.2. Stel een geavanceerde zoekopdracht op

Nu kan je zelf een geavanceerde zoekopdracht opstellen voor de gekozen kaartlaag. 

...

Links onderaan kan je ervoor kiezen dat voldaan moet zijn aan alle zoekregels voor een bepaalde kaartlaag (AND relatie tussen zoekregels binnen de zelfde kaartlaag) of aan één of meerdere regels (OR relatie tussen zoekregels binnen de zelfde kaartlaag of verschillende kaartlagen).

6.3.3. Selecteer een gebied

Je dient ook in te geven in welk gebied je de geavanceerde zoekactie dient uit te voeren. Hiervoor bestaat de knop “Selecteer gebied”:

...

  • In een kaartobject van een bepaalde kaartlaag: dit wil zeggen dat je wenst te zoeken binnen een object dat al op de kaart staat. Hiervoor kan het nodig zijn om eerst deze kaartlaag toe te voegen. Als je bijvoorbeeld alle boringen of andere meetpunten in een bepaalde gemeente wil selecteren, moet je via de knop "Kaartlagen kiezen", onder het tabblad "Andere", bij "Administratieve grenzen" de kaartlaag "Gemeentegrenzen" aanvinken. Vervolgens klik je op "Selecteer gebied" en je kiest voor "Andere kaartlaag". In het scherm dat links verschijnt, selecteer je nu de kaartlaag "Gemeenten" en je klikt in het kaartbeeld op de gemeente(n) van je keuze. Eventueel kan je ook nog een buffer instellen zodat je tot een stukje buiten de gemeentengrens kan zoeken naar gegevens. 


Figuur 2829: Menu voor het selecteren van een kaartobject van een andere kaartlaag en het toevoegen van een buffer

...

Het is mogelijk om gelijktijdig in meerdere gebieden te zoeken en gelijktijdig verschillende zoekmethodes te combineren. 

Image Added

Figuur 31: Gelijktijdig zoeken binnen gemeentegrenzen en binnen een cirkelvormig gebied


Na het bepalen van de zoekcriteria en van het gebied of de gebieden waarin je wenst te zoeken naar gegevens, zal de functionaliteit de zoekopdracht uitvoeren.

Uiteindelijk druk je op ‘OK’ om de zoekopdracht uit te voeren volgens de zoekregels die je hebt vastgelegd.

6.3.4. Aan de slag met de zoekresultaten

Onderaan verschijnen de zoekresultaten die voldoen aan jouw criteria.

Je kiest voor de zoekresultaten van één van de actieve kaartlagen in de drop-downlijst.

Image RemovedImage Added 

Figuur 2932: Onderdeel zoekresultatenpaneel waar de actieve kaartlagen kunnen gekozen worden in de dropdown

...

Net als na eenvoudig zoeken, kun je hieruit een selectie maken. Vervolgens kun je gebruik makend van de knop ‘acties’ ‘Acties’ zoomen naar je zoekresultaten of de gegevens downloaden in het gewenste formaat.  

...

  • Zoek in “grondwatermeetnetten”
  • Waarvan “GW-ID”
  • “uit CSV-bestand”
  • “Bestand kiezen”: je kiest het csv-bestand dat je wil gebruiken.

 

Figuur 3032: Zoekregel instellen o.b.v. csv-bestand

...

De virtuele boring wordt geopend onderin het resultatenvenster. Om de volledige modelkolom beter te kunnen bekijken, kan je deze beter openen in een nieuwe browser tab.
Klik hiervoor op acties en kies 'openen in browser tab'.

Figuur 3133: Actie 'Openen in browser tab'

...

Je kan eveneens doorklikken op elk van de geologische formaties of hydrogeologische eenheden voor meer informatie.


 

Figuur 3234: Voorbeeld van het resultaat van een Virtuele Boring

...

  • Modelkolommen weergeven:
    Hier kan je kiezen welke modellen er moeten getoond worden.
    Je hebt keuze uit:
         
         Figuur 3335: Keuzelijst modellen

    Als je twee modellen wilt vergelijken is de eenheid sowieso in mTAW.
    Kies je maar één model, dan wordt de diepte ook in m-mv weergegeven.
    Dit kan je doen door bij 'vergelijk met' te kiezen voor 'Geen'

         

         
         Figuur 3436: Slechts één model weergeven met diepte in m-mv, door te vergelijken met 'Geen'
  • Begrenzing weergave modelkolom
    Bij deze optie kan je de modelkolom begrenzen in diepte.
    Bij één model heb je de keuze tussen mTAW en m-mv. Vergelijk je 2 modellen, dan wordt de diepte steeds in mTAW getoond.

         
         Figuur 3537: Begrenzing weergave modelkolom

  • Markering weergeven
    Ook kan je op de modelkolom een markering aangeven, bijvoorbeeld om een grondwaterfilter in te tekenen.
         

         
         Figuur 3638: Weergeven van markering

  • Bodem
    Hier kan je aan of afvinken of de bodemtypes mee worden getoond in de modelkolom.

         
         Figuur 3739: Checkbox bodemtype weergeven

...

Het virtueel profiel wordt geopend onderin het resultatenvenster. Zeker bij lange profielen is dit resultatenvenster vaak iets te klein. Om het volledige profiel beter te kunnen bekijken, kan je deze openen in een nieuwe browser tab.
Klik hiervoor op acties en kies 'openen in browser tab'.


Figuur 3840: Actie 'Openen in browser tab' van virtueel profiel

Wanneer de profiellijn getekend is, is het ook mogelijk om nog extra knikpunten toe te voegen door opnieuw op de profiellijn te klikken. Alle punten kunnen ook steeds nog versleept worden, waarna de doorsnede herberekend wordt.


Figuur 3941: Toevoegen knikpunt(en) op de profiellijn

...

Wanneer je over de doorsnede hoovert verschijnt een zwarte verticale lijn. Deze zwarte lijn toont waar je bent op de doorsnede. Tegelijkertijd toont een bol op de profiellijn op de kaart waar je bent op de kaart. 
Bij het bewegen over het profiel verandert de legende zodat alleen lagen in de legende verschijnen die op die positie aanwezig zijn. Er verschijnt in de legende dan ook informatie over de top, basis en dikte van elke eenheid op die locatie.  
Bij het bewegen over het profiel wordt ook de eenheid uitgelicht waarover je hoovert, deze wordt tegelijk zichtbaar in de legende. Omgekeerd geldt dat als je door de legende scrollt de overeenkomstige eenheid in het profiel uitgelicht wordt. 


Figuur 4042: Weergave data bij hoveren over doorsnede

Zowel op de verticale as (links) als op de horizontale as (onder) is een schuifbalk aanwezig waarmee kan ingezoomd worden op een deel van het profiel. Wanneer ingezoomd werd op een deel van het profiel kan vervolgens door te klikken op het donkergrijze deel van de schuifbalk verticaal of horizontaal door het volledige profiel gescrolled worden.


Figuur 4143: Inzoomen op profiel d.m.v. verticale of horizontale as

Standaard wordt het model 'Geologisch 3D-model (v3) - per formatie' weergegeven. G3Dv3 is ons meest recente geologisch model van de ondergrond.
Er kan echter ook gekozen worden om een andere indeling van G3Dv3 te visualiseren (bv. per lid) of een ander model te tonen, zoals het vorige geologisch 3D model (G3Dv2) of de hydrogeologische modellen (H3D).
Het getoonde model aanpassen kan onder opties.


Figuur 4244: Aanpassen getoond model via het Opties-paneel

Ook de gemodelleerde breuken worden standaard gevisualiseerd in het virtueel profiel. Er kan echter voor gekozen worden om het breukenmodel uit te schakelen, onder opties.


Figuur 4345: Uitschakelen breukenmodel in Opties-paneel

9   

...

 Virtuele bodemanalyse

Deze tool komt eind februari 2024 in productie.

De Virtuele Bodemanalyse geeft je met één muisklik een overzicht van de beschikbare gemodelleerde bodemeigenschappen per bodemdiepte-interval voor jou locatie. Dit kan een puntlocatie zijn of een specifiek gebied.

9.1   Virtuele bodemanalyse voor een puntlocatie

  • Stap 1: Open de de DOV -verkenner
    • Image Added
  • Stap 2: Klik bovenaan op het icoon ‘virtuele bodemanalyse’ Image Added
    • Het icoon wordt grijs EN het pop-upvenster ‘Virtuele bodemanalyse’ opent en toont ook de knop ‘Kies puntlocatie’
    • Image Added
  • Stap 3: Klik op de knop ‘Kies puntlocatie’
    • De tool wapent de muis om een Puntlocatie te selecteren in het ‘Kaartvenster’
  • Stap 4: Klik op een puntlocatie (rastercel) in het kaartvenster van de DOV-verkenner.
    • Een nieuw tabbladpagina opent zich, namelijk de ‘Fiche virtuele bodemanalyse’
    • In het veld ‘Locatie’ de XY(Lambert72), de XY(GPS) vind je het dichtstbijzijnde adres.
    • Image Added
  • Stap 5: Kies een tijdsperiode
  • Stap 6: Vink 1 of meerdere of alle Bodemeigenschappen aan of uit
  • Stap 7: Klik op de knop 'Toon Diepteprofielen'
    • Onder de titel ‘Diepteprofielen’ zie je de respectievelijke High Charts voor het aantal geselecteerde bodemeigenschappen..
    • Iedere grafiek toont de Rasterwaarde en het betrouwbaarheidsinterval en door te hoveren boven de chart krijg je de exacte waarden.
    • In het ‘Chart Context Menu’ rechts naast de titel van elke grafiek heb je 3 opties in het menu om de grafiek te gebruiken.
    • Image Added
  • Mogelijke verdere stappen:
    • Om een de geselecteerde bodemeigenschappen aan te passen ga naar stap 6
    • Om een nieuwe puntlocatie te bevragen, ga naar stap 4
    • Om terug te keren naar de DOV-verkenner, sluit het venster ‘Virtuele bodemanalyse’

9.2   Virtuele bodemanalyse voor een specifiek gebied

  • Stap 1: gebied intekenen of selecteren
    • Variant 'Gebied intekenen'
      • Open de de DOV -verkenner en teken een specifiek gebied in met de rechthoek- of polygoontool Image Added  of de cirkeltool Image Added.
      • Image Added
    • Variant 'Gebied selecteren'
      • Open de de DOV -verkenner en selecteer een specifiek gebied met één van de opties uit de tool 'Selecteer gebied' (zie hoofdstuk '6.3.3. Selecteer een gebied').
      • Image Added
        • vb. Selecteer gebied met de optie 'Andere kaartlaag' uit de tool 'Selecteer gebied'.
          • Selectie van een specifieke bodempolygoon met bodemtype Aba1 uit de kaartlaag 'Digitale bodemkaart van het Vlaams Gewest: bodemtypes'
            • Image Added
  • Stap 2: Klik bovenaan op het icoon ‘virtuele bodemanalyse’ Image Added
    • Het icoon wordt grijs en het pop-upvenster ‘Virtuele bodemanalyse’ opent
    • Image Added
  • Stap 3: Voeg in de pop-up eventueel een beschrijving voor je specifiek gebied
  • Stap 4: Klik in de pop-up op de knop ‘Open fiche voor specifiek gebied’
    • Een nieuw tabbladpagina opent zich, namelijk de ‘Fiche virtuele bodemanalyse’
    • In het 'Beschrijving gebied' vind je de ingevoerde beschrijving voor je gebied.
    • Image Added
  • Stap 5: Kies een tijdsperiode
  • Stap 6: Vink 1 of meerdere of alle Bodemeigenschappen aan of uit
  • Stap 7: Klik op de knop 'Toon Diepteprofielen'
    • Onder de titel ‘Diepteprofielen’ zie je de respectievelijke High Charts voor het aantal geselecteerde bodemeigenschappen..
    • Iedere grafiek toont de mediaanwaarde en de spreiding (min - max) voor de geselecteerde bodemeigenschappen in jouw geselecteerde gebied (door te hoveren boven de chart krijg je de exacte waarden).
    • In het ‘Chart Context Menu’ rechts naast de titel van elke grafiek heb je 3 opties in het menu om de grafiek te gebruiken.
    • Image Added
  • Mogelijke verdere stappen:
    • Om een de geselecteerde bodemeigenschappen aan te passen ga naar stap 6
    • Om een nieuwe gebied te bevragen, sluit het venster 'Virtuele bodemanalyse' en ga naar stap 1
    • Om terug te keren naar de DOV-verkenner, sluit het venster ‘Virtuele bodemanalyse’

10     Andere knoppen

10.1   Grootte informatiepaneel aanpassen

Indien u de opgevraagde informatie niet ziet, is het mogelijk dat u het informatiepaneel wat moet vergroten door het bolletje Image Added  tussen het kaartbeeld en het informatiepaneel wat naar boven te schuiven. Heeft u veel informatie opgevraagd, dan kan het handiger zijn om een volledig overzicht te openen met de knop rechts bovenaan Image Added het informatiepaneel.

Met de knop Image Added  kan de informatielijst weer dichtgeklapt worden.

Met de knop Image Added kan het informatiepaneel losgemaakt worden van de kaart.


10.2   Afstand of oppervlakte meten op de kaart

De DOV-verkenner bevat een functionaliteit die het mogelijk maakt om afstanden of oppervlaktes op te meten op de kaart.  Je activeert deze functionaliteit door te klikken op het meetlat-icoontje: Image Added  .

Wens je de lengte over een bepaalde afstand op de kaart te kennen, dan klik je op Image Added . De afstand kan bestaan uit verschillende lijnstukken. Je klikt telkens met de linkermuisknop om een nieuw lijnstuk te starten. Je eindpunt markeer je door te dubbelklikken.

Je kan eveneens de oppervlakte bepalen van een figuur die je intekent op de kaart door te klikken op Image Added . Je tekent de opeenvolgende hoekpunten van je figuur door te klikken met de linkermuisklik. Je figuur afsluiten gebeurt door terug op het eerste punt te klikken.

10.3   Hoe het kaartbeeld afdrukken?

Om de kaart af te drukken, open je het menu ‘Kaart printen’ door links bovenaan op het printer-icoon Image Added te klikken. Het menu ‘Printinstellingen’ wordt geopend.


Image Added

Figuur 46: Opties bij het afdrukken van de kaart


Alvorens de kaart af te drukken, kan je een titel en een beschrijving van de kaart toevoegen. Beiden zullen op de afdruk worden weergegeven. Je kan kiezen voor een staande of liggende oriëntatie. Je kunt al dan niet een legende toevoegen.

Klik op de gele knop ‘Druk kaart af’ om een pdf van het kaartbeeld te maken en deze vervolgens naar de printer te sturen.

Soms is het aangeraden om de legende afzonderlijk af te printen, bv. als deze erg lang is. Dit doe je door een afbeelding (PNG-bestand) te maken van de legende. Hiervoor klik je op ‘Legende als PNG’ onderaan het menuvenster. De browser zal vervolgens vragen waar de afbeelding mag worden opgeslagen.

10.4   Sessie bewaren, delen met anderen en later terug openen

De DOV-verkenner bevat een ‘bookmark’-knop waarmee je de URL van de sessie waarin je bezig bent, kunt opvragen. Om deze URL op te vragen, klik je op het sterretje   links bovenaan. Vervolgens verschijnt er een pop-up waarin de URL van de sessie wordt weergegeven. Je kunt deze URL selecteren en kopiëren (ctrl + c). Vervolgens kan je deze in een afzonderlijk document plakken (ctrl + v) en bewaren.

Om de sessie te heropenen hoef je enkel de URL opnieuw te kopiëren en te plakken in de URL-balk van je browser. Je kan deze ook doorgeven aan een collega.


Image Added

Figuur 47: URL van de actieve sessie, zoals weergegeven door de bookmark-functie

Je kan deze functionaliteit ook gebruiken om een thematische bookmark te maken waarmee je naar later naar eigen X,Y coördinaten kan navigeren:

Manueel dien je dan de positie toe te voegen aan de bookmark-url: bv. "&pos=150000,200000"

Voorbeeld: https://www.dov.vlaanderen.be/portaal/?module=pfasverkenner&bm=1b78d2c2-032d-4a6c-b667-271c81a4047d&pos=104500,195000

10.5. Input op kaart

Als gebruiker kan je vanuit een bepaalde werksessie in de DOV-verkenner een opmerking of vraag doorgeven. Hiertoe klik je op het icoontje links bovenaan en vervolgens vervolledig je de invulvelden met je vraag of opmerking.

Image Added

Figuur 48: De knop "Input op kaart"

De URL van de sessie waarmee je op dat moment bezig was, wordt toegevoegd als bookmark. Je hebt bovendien de mogelijkheid om een bestand toe te voegen als bijlage. Dit alles wordt vervolgens automatisch doorgestuurd naar het DOV-meldpunt waar één van de medewerkers je input bekijkt en je een antwoord zak sturen. Het toevoegen van de bookmark heeft als belangrijk voordeel dat de DOV-medewerker snel jouw kaartbeeld met de toegevoegde kaartlagen kan bekijken en de vraag of opmerking efficiënter kan behandelen. 

Image Added

Figuur 49: Invulvelden bij "Input op kaart"

11.

9.1   Grootte informatiepaneel aanpassen

Indien u de opgevraagde informatie niet ziet, is het mogelijk dat u het informatiepaneel wat moet vergroten door het bolletje Image Removed  tussen het kaartbeeld en het informatiepaneel wat naar boven te schuiven. Heeft u veel informatie opgevraagd, dan kan het handiger zijn om een volledig overzicht te openen met de knop rechts bovenaan Image Removed het informatiepaneel.

Met de knop Image Removed  kan de informatielijst weer dichtgeklapt worden.

Met de knop Image Removed kan het informatiepaneel losgemaakt worden van de kaart.

9.2   Afstand of oppervlakte meten op de kaart

De DOV-verkenner bevat een functionaliteit die het mogelijk maakt om afstanden of oppervlaktes op te meten op de kaart.  Je activeert deze functionaliteit door te klikken op het meetlat-icoontje: Image Removed  .

Wens je de lengte over een bepaalde afstand op de kaart te kennen, dan klik je op Image Removed . De afstand kan bestaan uit verschillende lijnstukken. Je klikt telkens met de linkermuisknop om een nieuw lijnstuk te starten. Je eindpunt markeer je door te dubbelklikken.

Je kan eveneens de oppervlakte bepalen van een figuur die je intekent op de kaart door te klikken op Image Removed . Je tekent de opeenvolgende hoekpunten van je figuur door te klikken met de linkermuisklik. Je figuur afsluiten gebeurt door terug op het eerste punt te klikken.

9.3   Hoe het kaartbeeld afdrukken?

Om de kaart af te drukken, open je het menu ‘Kaart printen’ door links bovenaan op het printer-icoon Image Removed te klikken. Het menu ‘Printinstellingen’ wordt geopend.

Image Removed

Figuur 44: Opties bij het afdrukken van de kaart

Alvorens de kaart af te drukken, kan je een titel en een beschrijving van de kaart toevoegen. Beiden zullen op de afdruk worden weergegeven. Je kan kiezen voor een staande of liggende oriëntatie. Je kunt al dan niet een legende toevoegen.

Klik op de gele knop ‘Druk kaart af’ om een pdf van het kaartbeeld te maken en deze vervolgens naar de printer te sturen.

Soms is het aangeraden om de legende afzonderlijk af te printen, bv. als deze erg lang is. Dit doe je door een afbeelding (PNG-bestand) te maken van de legende. Hiervoor klik je op ‘Legende als PNG’ onderaan het menuvenster. De browser zal vervolgens vragen waar de afbeelding mag worden opgeslagen.

9.4   Sessie bewaren, delen met anderen en later terug openen

De DOV-verkenner bevat een ‘bookmark’-knop waarmee je de URL van de sessie waarin je bezig bent, kunt opvragen. Om deze URL op te vragen, klik je op het sterretje   links bovenaan. Vervolgens verschijnt er een pop-up waarin de URL van de sessie wordt weergegeven. Je kunt deze URL selecteren en kopiëren (ctrl + c). Vervolgens kan je deze in een afzonderlijk document plakken (ctrl + v) en bewaren.

Om de sessie te heropenen hoef je enkel de URL opnieuw te kopiëren en te plakken in de URL-balk van je browser. Je kan deze ook doorgeven aan een collega.

Image Removed

Figuur 45: URL van de actieve sessie, zoals weergegeven door de bookmark-functie

Je kan deze functionaliteit ook gebruiken om een thematische bookmark te maken waarmee je naar later naar eigen X,Y coördinaten kan navigeren:

Manueel dien je dan de positie toe te voegen aan de bookmark-url: bv. "&pos=150000,200000"

Voorbeeld: https://www.dov.vlaanderen.be/portaal/?module=pfasverkenner&bm=1b78d2c2-032d-4a6c-b667-271c81a4047d&pos=104500,195000

...

Quickstart

 


11. Contact


Databank Ondergrond Vlaanderen

...

http://dov.vlaanderen.be

dov@vlaanderen.be - meldpunt@dov.vlaanderen.be


...

[1] Indien als operator ‘ligt tussen’ genomen wordt, dan is dit steeds inclusief de waarden die ingevuld worden. Bv. ‘ligt tussen 3,0 en 5,0 m’ betekent dat alle waarden groter of gelijk aan 3,0 m en alle waarden kleiner of gelijk aan 5,0 m meegenomen worden.