Lees zeker ook het deel "Wat is scoping en tiering en waarom is het nodig?" en "Scoping - de basis". |
Een MER doet uitspraken over de milieueffecten van een bepaald programma, plan of project, op basis van het onderzoek naar milieueffecten. Een vraag die daarbij kan gesteld worden is hoe uitgebreid en met welke mate van detail de verschillende milieuaspecten moeten onderzocht worden.
Algemene regels kunnen in dit verband niet vastgelegd worden. Veel hangt immers af van het specifieke geval. Zo zijn er plannen en programma's op strategisch niveau, operationele plannen zoals RUP's en concrete projecten. Zoals gesteld in het deel Getrapte besluitvorming moet de beoordeling qua detailniveau niet verder gaan dan wat mogelijk en verdedigbaar is gezien de mate van detail waarin het initiatief zelf uitgewerkt is en gezien de beslissing die het initiatief moet ondersteunen.
Tiering is het afbakenen van het onderzoek, en dit op basis van het niveau van het programma, plan of project dat kan variëren van strategisch over operationeel tot uitvoeringsgericht. Een dergelijke getrapte aanpak wordt onderbouwd door artikel 4.3 van de Europese plan-MER richtlijn (2001/42/EG), dat stelt: "Voor plannen en programma's die deel uitmaken van een hiërarchie van plannen en programma's houden de lidstaten, om overlapping van beoordelingen te voorkomen, rekening met het feit dat de beoordeling, overeenkomstig deze richtlijn, op verschillende niveaus van de hiërarchie wordt uitgevoerd. …" Bovendien stelt artikel 5, lid 2 van diezelfde richtlijn: "Het (…) opgestelde milieurapport bevat de informatie die redelijkerwijs mag worden vereist, gelet op de stand van kennis en beoordelingsmethoden, de inhoud en het detailleringsniveau van het plan of programma, de fase van het besluitvormingsproces waarin het zich bevindt en de mate waarin bepaalde aspecten beter op andere niveaus van dat proces kunnen worden beoordeeld, teneinde overlappende beoordelingen te vermijden."
Algemeen kan gesteld worden dat voor elk MER en voor elke discipline steeds opnieuw moet bekeken worden wat het wenselijke niveau van detail en diepgang is, namelijk noch te gedetailleerd noch te weinig gedetailleerd. Een te gedetailleerd niveau drijft de kosten en de doorlooptijd van het MER op, zonder wezenlijke bijdrage aan de besluitvorming. Een te weinig gedetailleerd MER kan leiden tot een verkeerde besluitvorming of tot vage en onbruikbare milderende maatregelen. De inhoud van een MER moet dus afgestemd worden op de inhoud en het detailleringsniveau van het programma, plan of project.
Het is eveneens belangrijk in gedachten te houden dat een MER niet per definitie inhoudt dat de effecten in kwantitatieve termen worden uitgedrukt.
De ervaring leert dat de milieueffecten met name in plan-MER's doorgaans eerder te gedetailleerd dan te weinig gedetailleerd bestudeerd en besproken worden. Daar zijn verschillende redenen voor:
De afbakening van de diepgang van het onderzoek in een plan-MER, wetende dat er nog verder/later onderzoek op projectniveau zal gebeuren, is een belangrijke opgave. Het bestaat erin om alle relevante, maar ook énkel de relevante, effecten en alternatieven af te bakenen i.f.v. het onderzoek. Op het planniveau is het ontwerp van een project zelden volledig gekend en zijn de uitvoeringsdetails van een project nog minder goed gekend. De diepgang op planniveau moet toereikend genoeg zijn om op projectniveau niet te worden geconfronteerd met onvoorzien grote en op het projectniveau onvoldoende te milderen effecten.
De effecten die uit het latere milieueffectenonderzoek op projectniveau naar voor komen, mogen niet van die aard zijn dat ze geleid zouden hebben tot een andere besluitvorming op planniveau indien ze in het milieuonderzoek op planniveau reeds gekend geweest zouden zijn. Daarom wordt in het milieueffectenonderzoek op planniveau gewerkt met specifiek gekozen aannames over het mogelijke latere project. Dit wordt gedaan i.f.v. een realistisch worst case effectenonderzoek . De motivering omtrent de aannames wordt opgenomen in de scopinganalyse en/of de plan-MER. Het milieueffectenonderzoek op planniveau is duidelijk verschillend van het milieueffectenonderzoek op projectniveau; dit enerzijds om (teveel) overlap met het milieueffectenonderzoek op projectniveau te vermijden, en anderzijds om voldoende mogelijkheden naar uitvoering en optimalisaties (die pas gekend zijn bij de detailuitwerking van een project) te behouden.
In 2021 werd een studie gepubliceerd met een oplijsting van mogelijke methodologieën voor de opmaak van een plan-MER voor een strategisch plan en met handvaten om voor elk strategisch plan een geschikte methodologie te kiezen. Zie deel Roadmap voor meer info over de studie ‘Uitwerken van een roadmap voor milieueffectbeoordeling op strategisch niveau'.
De volgende tips en aandachtspunten kunnen van belang zijn om de benodigde diepgang en detailniveau van een effectanalyse en –rapportage in te schatten:
Het detailniveau dat in een MER wordt nagestreefd, wordt, voor zover dit cijfermatig vast te leggen valt, best al in het startdocument en per discipline (en eventueel beoordelingscriterium) aangegeven. Dit maakt immers deel uit van de scopingsoefening . Het Team Mer kan dan in de richtlijnen zelf de afweging maken welk detailniveau vereist is. Dit is dan bindend voor de MER-deskundigen en vormt een kader voor de advies- en vergunningverlenende instanties. Deze afweging gebeurt best in overleg met de relevante actoren.