Plastische gronden zijn gronden die een volumeverandering kunnen ondergaan, dit wil zeggen zwellen en/of krimpen bij de opname of afgave van water. Kleimineralen in de Vlaamse bodem en ondergrond kunnen een zwel- en krimpgedrag vertonen bij verandering van het watergehalte in de grond. Dit zwel- en krimpgedrag is in meer of mindere mate afhankelijk van de mineralogie, de diepte van de klei, de verweringsgraad en de dikte van de grond. 

Met dit loket willen we toegepaste informatie aanbieden over het mogelijk voorkomen van klei in de Vlaamse bodem en ondergrond.

Welke informatie geeft het loket Plastische gronden?

Het loket geeft informatie over in welke regio's in Vlaanderen je een kleiige bodem en ondergrond kan verwachten, gebaseerd op kaarten en modellen. Dit zijn voor alle duidelijkheid geen risicokaarten m.b.t. schade aan woningen door differentiële zettingen.

Inhoudelijke info over de kaarten en (de beperkingen van) het gebruik ervan, kan je lezen op https://www.dov.vlaanderen.be/page/plastische-gronden.

Er worden aparte kaarten aangeboden met bodeminformatie en met geologische ondergrondinformatie:

Fig: Algemene opbouw van de bodem en ondergrond, waarbij het themaloket Plastische gronden enkel de kleiige en lemige informatie van de bovenste 5m weergeeft.

Overzicht thematische kaartlagen

Het themaloket werkt zoals de algemene DOV-Verkenner, raadpleeg de algemene handleiding van de DOV-Verkenner.

Alle thematische kaarten specifiek voor dit loket, zijn beschikbaar in het tabblad Plastische gronden. Daarnaast kan je combineren met elke andere (DOV-)kaartlaag, beschikbaar in de andere tabbladen 'DOV', 'Andere' of 'Extern'.

Overzicht van de specifieke kaartlagen van dit themaloket.

Aan de slag met het loket

  1. Ga naar de themaverkenner Plastische gronden.
  2. Zoom in naar je straat, zie algemene handleiding DOV-Verkenner. Je kan vervolgens best wat uitzoomen om een beeld van de ruimere regio te krijgen. Zo krijg je een idee van het verschil in de kaarten op korte afstanden van de locatie waarin je geïnteresseerd bent.
  3. Onderzoek de opbouw van de bodem en ondergrond van boven naar onder:
    1. Onderzoek of de bodem in uw regio kleiig is
      1. Vink beide bodemkaarten aan en onderzoek of er in uw buurt sprake is van een kleiige bodemsamenstelling. Dit geeft u informatie over de bodem, met andere woorden: de bovenste leeflaag (+/- 125 cm). Bij woningbouw wordt deze laag vaak (deels) afgeschraapt om het bouwen te starten.informatie uit bodemkaarten
    2. Onderzoek het Quartaire pakket: Is het kleiig of lemig, en waar komt het voor binnen 5m onder maaiveld
      1. Vink de kaartlaag 'Diepte top kleiige laag tot 5m - Quartair G3Dv3.0/H3Dv2.0' aan. De kleurlegende toont hoe diep je de top van de kleilaag kan verwachten.
      2. Vink de kaartlaag 'Dikte kleiige laag 0-5m - Quartair G3Dv3.0/H3Dv2.0' aan. De kleurlegende toont hoe dik de kleiige laag ongeveer is, binnen de 5m onder maaiveld.
      3. Je kan ook de i-knop op kaart gebruiken om de diktes en dieptes uit de kaarten af te lezen. De waarde '-9999' betekent dat er geen info is
      4. Ook voor het Quartaire leempakket is een gelijkaardige diktekaart uitgewerkt (Totale dikte leem binnen 5 m - Quartair G3Dv3.0/H3Dv2.0). Je kan deze onderzoeken op analoge manier als hierboven beschreven.Quartaire kleipakket onderzoeken
    3. Onderzoek of het Neogene - Paleogene pakket kleiig is
      1. Vink de kaartlaag 'Diepte top kleiige laag tot 5m - Neogeen_Paleogeen G3Dv3.0/H3Dv2.0' aan. De kleurlegende toont hoe diep je de top van de kleilaag kan verwachten.
      2. Vink de kaartlaag 'Dikte kleiige laag tot 0-5m - Neogeen_Paleogeen G3Dv3.0/H3Dv2.0' aan. De kleurlegende toont hoe dik de kleiige laag ongeveer is, binnen de 5m onder maaiveld.
    4. Ben je geïnteresseerd in de namen van geologische eenheden en waaruit ze voornamelijk bestaan, dan kan je de 'Indexkaart eenheden plastische gronden' aanzetten. Deze omvat de voorkomensgebieden van de kaartlagen die je in de vorige stappen allemaal kon aanvinken, zowel voor het Quartair als voor het Neogeen_Paleogeen, telkens met de naam, code en hoofdlithologie.
  4. De Virtuele Boring (zie handleiding) geeft je deze informatie eveneens, niet enkel voor de kleiige lagen, maar voor alle bodemtypes en geologische lagen, zoals bijvoorbeeld zandige voorkomens en ook de dieper gelegen geologische lagen.
  5. Virtuele Boring op DOV