In het kort ...

Een autonome ontwikkeling is een ontwikkeling of evolutie die spontaan plaatsvindt. Een gestuurde ontwikkeling is een ontwikkeling of evolutie die plaatsvindt als gevolg van de uitvoering van plannen en projecten (door zowel private als publieke initiatiefnemers) en van door de overheid genomen beleidsbeslissingen.

Een ontwikkelingsscenario is een beschrijving van de veronderstelde gezamenlijke evolutie (autonoom en gestuurd) van een set omgevingsvariabelen binnen het studiegebied. Een ontwikkelingsscenario bestaat dus uit een autonome of gestuurde ontwikkeling of uit een combinatie van verschillende autonome en gestuurde ontwikkelingen die relevant kunnen zijn voor de uitkomst van het MER en die bepalen hoe een toekomstige referentiesituatie er uit ziet. Zo'n ontwikkelingsscenario geeft dus aan hoe de plan- of projectomgeving (in de brede zin van het woord: fysisch maar ook beleidsmatig, juridisch, sociaal, …) evolueert los van de invloed van het plan of project.

Ontwikkelingen doen zich voor onafgezien van het feit of het plan of project wordt uitgevoerd, maar kunnen wel invloed hebben op de omgevingsvariabelen die door het plan of project worden beïnvloed. Ze kunnen ook aanleiding geven tot cumulatieve effecten met dat plan of project.

Als de referentiesituatie voor een plan of project in de toekomst ligt, bepalen de ontwikkelingen mee hoe die referentiesituatie er uit ziet. Deze ontwikkelingen moeten dan ook in rekening gebracht worden bij de beschrijving van de referentiesituatie(s), tenminste voor zover de ontwikkelingen relevant zijn voor de uitkomst en de interpretatie van de beoordeling (zie ook Deel Referentiesituatie). Eventueel kunnen voor een bepaalde ontwikkeling nog meerdere varianten van die ontwikkeling mogelijk zijn. Er dient dan bekeken worden of die elk als een aparte mogelijkheid meegenomen worden of dat een keuze wordt gemaakt voor de meest aannemelijke ontwikkeling.
Rekening houden met ontwikkelingsscenario's is meestal alleen relevant als de realisatie van het plan of project en/of de expressie van de effecten ervan zich ver genoeg in de toekomst bevindt. Anderzijds kan het gegeven dat er relevante ontwikkelingsscenario's zijn ook de aanleiding vormen om te werken met een toekomstige referentiesituatie.

De theorie ...

In een MER worden de effecten van een plan of project beoordeeld. De effecten worden beoordeeld t.o.v. de referentiesituatie (zie deel Referentiesituatie). Afhankelijk van het tijdperspectief voor realisatie van het plan of project, kan die referentietoestand zich al dan niet in de toekomst situeren. De huidige toestand evolueert (ook zonder uitvoering van het plan of project) onder invloed van autonome en gestuurde ontwikkelingen tot een toekomstige toestand. Die veronderstelde gezamenlijke evolutie (autonoom en gestuurd) van een set omgevingsvariabelen binnen het studiegebied noemen we een ontwikkelingsscenario. Een ontwikkelingsscenario bestaat dus uit een autonome of gestuurde ontwikkeling of uit een combinatie van verschillende autonome en gestuurde ontwikkelingen die relevant kunnen zijn voor de uitkomst van het MER, en die bepalen hoe een toekomstige referentiesituatie er uit kan zien

Werken met ontwikkelingsscenario's en met een toekomstige referentiesituatie laat toe om rekening te houden met toekomstige evoluties en draagt dus bij tot de robuustheid van de uitspraken in een MER. Het is echter niet altijd eenvoudig te bepalen welke ontwikkelingen wel en welke niet meegenomen dienen te worden in het MER.

Voor wat het overheidsbeleid betreft wordt er als richtlijn soms van uitgegaan dat minstens het zogenaamde 'beslist beleid' als (gestuurde) ontwikkeling dient meegenomen te worden. Het is echter niet eenvoudig een eenduidige definitie te geven van wat onder 'beslist beleid' valt. Een algemene regel in dat verband valt dan ook niet te geven:

  • De term dekt doorgaans meer dan enkel het beleid dat al is omgezet in regelgeving. 
  • Er zijn ook beleidsontwikkelingen die nog niet echt 'beslist' zijn maar toch al (zeer) aannemelijk en relevant zijn.
  • Het omgekeerde kan ook waar zijn: een bestemming op een gewestplan is bijvoorbeeld ook een vorm van 'beslist beleid', maar in veel gevallen zijn er redenen om aan te nemen dat die bestemming toch niet of niet binnen afzienbare tijd zal ingevuld worden. 

Een ontwikkeling moet dus niet 'beslist' zijn in de strikte zin, maar wel 'aannemelijk'. Het is een kenmerk van de toekomst dat hij onzeker is, en speculatieve veronderstellingen dragen niets bij aan de robuustheid van de uitspraken van een MER.

Uiteraard moet er enkel rekening worden gehouden met die ontwikkelingen waarvan kan verondersteld worden dat ze zich zullen voordoen vóór of in het jaar waarin de afwerking van het plan of project voorzien wordt.

... en de praktijk

In het startdocument en de milieueffectbeoordeling zelf wordt bij de beschrijving van de algemene methodologie best een onderdeel gewijd aan de ontwikkelingsscenario's, als onderdeel van het hoofdstuk Referentiesituatie of als apart deel, voorafgaand de bespreking van de disciplines.  Hierin wordt opgesomd welke ontwikkelingen men reeds kent en op welke manier men er mee zal omgaan in het MER. Dat kan zijn:

  • De ontwikkeling is onderdeel van de referentiesituatie.      Vb: Men maakt een RUP voor een grootschalig stadsontwikkelingsproject en er zijn vergevorderde plannen om de weg waarop het project zal ontsluiten, aan te passen. De aanpassing wordt reeds meegenomen in de referentiesituatie. 
  • De ontwikkeling is onzeker en wordt meegenomen in een scenario met en zonder deze ontwikkeling. Men kan dit benoemen als 'meerdere referentiesituaties, vb. referentiesituatie 1 met ontwikkeling X en referentiesituatie 2 zonder ontwikkeling X' of 'een referentiesituatie met/zonder ontwikkeling X en (omgekeerd) een ontwikkelingsscenario zonder/met ontwikkeling X'.      Vb: Men maakt een RUP voor een grootschalig stadsontwikkelingsproject en er zijn voornemens om de weg waarop het project zal ontsluiten, aan te passen. Het voornemen bevindt zich echter nog in een prille studiefase en men is niet zeker of en tegen wanneer de weg aangepast zal worden. De aanpassing wordt niet meegenomen in de referentiesituatie, maar de effecten op de relevante disciplines worden bijkomend beoordeeld t.o.v. een ontwikkelingsscenario waarin de weg wel aangepast wordt. 
  • De ontwikkeling is te onzeker en wordt niet mee genomen in het MER. Er wordt best gemotiveerd waarom niet (bv. onzekerheid over de besluitvorming, realisatie te ver in de toekomst, …)      Vb. Men maakt een RUP voor een grootschalig stadsontwikkelingsproject. Er wordt al lang af en toe gevraagd naar een aanpassing van de weg, doch er is nooit sprake geweest van een concreet plan, studies of opname op een lijst van toekomstige projecten. In het MER wordt geen rekening gehouden met deze denkpiste wegens te weinig concreet.

In dit onderdeel wordt best ook aangegeven voor welke disciplines/effectgroepen er onderscheidende effecten te verwachten zijn en welke niet, m.a.w. voor welke disciplines/effectgroepen de ontwikkelingsscenario's relevant zijn. Bijvoorbeeld: in een MER voor (een vergunning of een RUP voor) een grootschalig stadsontwikkelingsproject is het ontwikkelingsscenario met de aanpassing van de weg wel relevant voor de disciplines mobiliteit, lucht, geluid, ... maar niet voor de disciplines/effectgroepen bodem, water, erfgoed, archeologie, ... Voor deze laatste disciplines hoeft er geen beoordeling gemaakt te worden t.o.v. de ontwikkelingsscenario's.

Het aantal ontwikkelingsscenario's of referentiesituaties moet werkbaar en dus beperkt gehouden worden. Een (te) groot aantal combinaties van ontwikkelingen, zeker als ze ook gecombineerd moeten worden met verschillende planalternatieven, heeft immers geen meerwaarde maar maakt het MER net onwerkbaar.  Welke ontwikkelingsscenario's moeten meegenomen worden dient geval per geval bekeken te worden.

Als er geen ontwikkelingsscenario's in beschouwing genomen worden, wordt dit best (kort) gemotiveerd.

Relevante ontwikkelingen moeten benoemd worden in het MER maar er moet niet aangegeven worden of deze 'autonoom' dan wel 'gestuurd' zijn.

In de richtlijnen worden de voorstellen uit het startdocument over de ontwikkelingsscenario's en referentiesituaties bevestigd of aangepast.

  • Geen labels