Voor grote infrastructuur- en stedelijke ontwikkelingsprojecten kan het aangewezen zijn om VITO een doorrekening te laten doen met het AtmoStreet model. Dit computermodel van VITO berekent op straatniveau de luchtkwaliteit in gans Vlaanderen.

AtmoStreet koppelt hiervoor drie modellen:

  • AURORA-RIO: het AURORA-model is een chemisch transportmodel dat de luchtkwaliteit in heel Vlaanderen inschat op basis van een gedetailleerde lijst van emissiebronnen, invoer van luchtverontreiniging uit het buitenland en gedetailleerde meteorologische data. Het AURORA-model wordt gecalibreerd met het RIO-model, dat uitgaat van de actuele beschikbare  luchtkwaliteitsmetingen;
  • IFDM berekent de lokale luchtkwaliteit op basis van meteorologische gegevens en de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen;
  • OSPM berekent de impact van het street canyon-effect.

RIO gebruikt meetresultaten en schat, rekening houdend met informatie over landgebruik, de luchtkwaliteit voor heel Vlaanderen. Dat is nodig want er bestaat een relatie tussen luchtkwaliteit en landgebruik. Zo is er meer luchtvervuiling in gebieden met veel bewoning en verkeer (zoals steden), dan op plaatsen in bosrijke zones. RIO maakt een inschatting van de ‘achtergrondconcentraties' voor gebieden met een oppervlakte van 4x4 km². Binnen zo’n roostercel van 4x4 km² kan RIO geen onderscheid maken tussen bijvoorbeeld kleinere bosgebieden en meer verstedelijkte gebieden of plaatsen met veel verkeer, er is 1 waarde per roostercel. Daarom wordt dit model gecombineerd met het IFDM-model.

IFDM berekent de impact van de uitstoot van punt- en lijnbronnen op de luchtkwaliteit in de onmiddellijke omgeving van die puntbronnen (bvb. een fabrieksschouw) of lijnbronnen (bvb. uitstoot van het verkeer op een weg of een deel van een weg). Het IFDM-model gebruikt ook meteorologische gegevens. Zo beïnvloeden de windsnelheid en windrichting de verspreiding van de luchtvervuiling. Ook de temperatuur heeft een effect op de snelheid waarmee stoffen chemisch veranderen in de atmosfeer, zoals dit het geval is bij stikstofdioxide en ozon. IFDM-berekeningen gebeuren voor meer dan 600.000 punten in gans België. De meeste punten bevinden zich langs wegen en in de buurt van industrie. Via een verdere bewerking (interpolatie) wordt een gedetailleerde concentratiekaart verkregen met een hogere resolutie van bvb. 10 x 10 m² voor visualisatie. Het IFDM dispersiemodel is echter een 'open street' model en houdt geen rekening met obstakels zoals bomen, geluidsschermen, gesloten huizenrijen,… . Hierdoor onderschat RIO-IFDM de concentraties in street canyons. In deze smalle straten is de natuurlijke ventilatie beperkt waardoor de luchtvervuiling zich opstapelt.

Het OSPM-model gebruikt zeer gedetailleerde informatie over de straatconfiguratie en omgeving. Deze berekening wordt toegepast voor alle straten die als streetcanyon worden beschouwd. Zo kan de slechtere verdunning van de luchtvervuiling in deze straten in rekening gebracht worden en wordt een juister beeld van de luchtkwaliteit tot op straatniveau verkregen. Deze kaarten zijn wetenschappelijk het meest onderbouwd en zijn de best beschikbare kaarten om de lokale luchtkwaliteit in te schatten.

Voordelen Atmo-Street-model:

  • De luchtkwaliteit kan met een hoge ruimtelijke resolutie, tot op straatniveau ingeschat worden.
  • De blootstelling van de bevolking en de impact op de gezondheid kan op een gedetailleerder en correcter niveau gebeuren.

Beperkingen Atmo-Street-model:

  • De uitstoot van het verkeer per weg (of wegsegment) wordt bepaald op basis van verkeerstellingen, snelheden en informatie over de samenstelling van het wagenpark. Deze gegevens worden ook ingeschat of gemodelleerd en zijn niet voor elke straat exact gekend. Lokaal kunnen daardoor grote afwijkingen optreden tussen de veronderstelde en de reële verkeersstromen.
  • Er is geen informatie beschikbaar over de uitstoot van het verkeer op de kleinste wegen en/of wegen met zeer weinig verkeer. Het verkeer (en de bijhorende uitstoot) op die wegen wordt toegewezen aan de grotere wegen waarop de kleinere wegen aansluiten. De berekende concentraties kunnen op die grotere wegen dus overschat en op de kleinere wegen onderschat worden.
  • Met tijdelijke verkeerssituaties (omleidingen, files,...) wordt geen rekening gehouden. Met nieuwe verkeerssituaties (circulatieplannen, nieuwe wegen, ...) kan slechts rekening gehouden worden van zodra ze in het verkeersnetwerk opgenomen zijn. Het effect van een nieuwe verkeerssituatie (die leidt tot meer of minder verkeer) op de berekende concentraties zal dus niet onmiddellijk zichtbaar zijn op de RIO-IFDM-OSPM kaarten.
  • De fijnstofconcentraties in street canyons worden nog onderschat door de modelketen omdat het herhaaldelijk opwaaien van stof door het verkeer (=resuspensie) niet in rekening wordt gebracht.
  • Geen labels