Link met klimaat

De discipline lucht is onlosmakelijk verbonden met de discipline klimaat. Dit komt duidelijk aan bod in de handleiding klimaat.

Het is belangrijk om vroeg in het proces niet enkel met de impact van het plan of project op klimaat en klimaatverandering rekening te houden, maar ook om rekening te houden met de impact van klimaatverandering op het plan of project. In milieueffectrapportage zal, naast adaptatie en mitigatie, ook onderzoek moeten gebeuren naar de kwetsbaarheid van het plan of project voor klimaatschommelingen  en rampen.

Het Vlaams klimaatbeleid (2013-2020) bestond uit een mitigatieplan om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en een adaptatieplan om de effecten van klimaatverandering in Vlaanderen op te vangen.

Het Vlaams Mitigatieplan (2013) bevat een beperkte verwijzing naar milieueffectrapportage, nl. dat er zal nagegaan worden welke mogelijkheden er zijn om de impact op broeikasgasuitstoot van MER-plichtige plannen en projecten beter in beeld te brengen en welke milderende maatregelen er genomen kunnen worden. In het Vlaams Adaptatieplan (2013) werd aangegeven dat het aspect klimaat in de m.e.r.-richtlijnenboeken meer concreet zou ingevuld worden. Dit richtlijnenboek geeft hier voor de discipline lucht invulling aan.

Het nieuwe Vlaams Energie- en klimaatplan (2021-2030) beoogt een verdere reductie van de uitstoot van broeikasgassen voor de niet-ETS sectoren (transport, gebouwen, afval, landbouw, niet-ETS industrie). Er wordt een nieuw Vlaams Mitigatie- en Adaptatieplan uitgewerkt.

Binnen de discipline lucht zal vooral mitigatie belangrijk zijn. Zo moet de deskundige lucht een aantal gegevens aanleveren om een beoordeling binnen de discipline klimaat mogelijk te maken. 

Het aspect adaptatie komt er op neer dat een ‘klimaatreflex’, met andere woorden een beoordeling in het licht van het veranderde klimaat, nodig is. Op basis hiervan moet het ontwerp van plan/project eventueel aangepast worden. Binnen de discipline lucht zal adaptatie minder relevant zijn.  

Er moet minstens een uitspraak gebeuren over klimaat in de conclusie van een milieueffectrapportage.

Interactie met andere disciplines

Voor de effectbeoordeling van de discipline lucht kunnen gegevens uit andere disciplines nodig zijn. Omgekeerd kunnen de resultaten uit de analyse van de discipline lucht worden ook als input gebruikt voor de effectbeoordeling in andere disciplines.

Disciplines die gegevens aanleveren aan discipline lucht

Bodem

Enkel voor plannen en projecten voor industriële activiteiten: Bodemverontreiniging met vluchtige stoffen kan een emissie vormen die relevant is om in discipline lucht te behandelen. Ook depositie van zware metalen in/op de bodem kan terug opwaaien waardoor dit relevant kan zijn voor de discipline lucht.

Water

Enkel voor plannen en projecten voor industriële activiteiten: Een waterzuiveringsstation kan een potentiële geurbron zijn. Informatie uit de discipline water kan als input in discipline lucht gebruikt worden.

Mens-mobiliteit

Voor verkeersgenererende of verkeersdragende plannen en projecten, en voor plannen en projecten voor industriele installaties met een zekere verkeersgeneratie , moeten volgende gegevens aangeleverd worden vanuit de discipline mens-mobiliteit (zie ook richtlijnenboek mens-mobiliteit):

  • Weginfrastructuur:
  • XY-coördinaten
  • Wegtype
  • Hoogte van de weg t.o.v. maaiveld
  • Verkeersintensiteiten: etmaalintensiteiten (representatief gemiddelde, rekening houdend met verschil in intensiteiten tussen werkdag en weekenddag), ook voor de wegen in het studiegebied waarop geen wijzigingen in intensiteit optreden ten gevolge van het plan of project.
  • Verdeling over voertuigcategorieën
  • Snelheid(stype)
  • Voor grote infrastructuurwerken (zowel op strategisch-, plan- als projectniveau) moet de mobiliteit in 2030 ingeschat worden in functie van een toetsing aan de NEC-richtlijn en het Vlaams Luchtbeleidsplan. Hierbij is vooral het bijkomend aantal gereden voertuigkilometers relevant, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen autokilometers en vrachtkilometers.

Daarnaast zijn ook gegevens over andere modi (scheepvaart, niet voor de weg bestemde mobiele bronnen,…) relevant voor de discipline lucht.

Het is belangrijk dat de deskundige lucht met de deskundige mobiliteit overlegt, zodat er een goed begrip is van de aannames die gemaakt zijn in de modellering voor de discipline mobiliteit en van de manier waarop gegevens over verkeersintensiteit van spitsuurintensiteiten omgezet zijn naar dagintensiteiten.

Disciplines die gegevens nodig hebben van discipline lucht

Bodem

Enkel voor plannen en projecten voor industriële activiteiten: Informatie over berekende en/of gemeten deposities kan relevant zijn als deze een relevante impact op de bodemkwaliteit kunnen hebben.

Water

Enkel voor plannen en projecten voor industriële activiteiten: Informatie over berekende en/of gemeten deposities kan relevant zijn als deze een relevante impact op de waterkwaliteit kunnen hebben.

Mens-gezondheid

Volgende gegevens kunnen relevant zijn voor discipline mens-gezondheid:

  • Luchtkwaliteit (en voor plannen en projecten voor industriële activiteiten: ook depositie) in het studiegebied: relevante potentiële milieustressoren in overleg met deskundige mens-gezondheid. Voor milieueffectrapporten voor verkeersgenererende en verkeersdragende plannen en projecten zijn elementair koolstof (EC), fijn stof (PM2.5) en stikstofdioxide (NO2) de belangrijkste indicatoren voor gezondheidseffecten van verkeer.
  • Voor plannen en projecten voor industriële activiteiten: Depositie kan o.a. relevant zijn i.f.v. de beoordeling van lokaal geteelde voeding
  • Resultaten van een eventueel uitgevoerde geurstudie

Biodiversiteit

Volgende gegevens kunnen relevant zijn voor de discipline biodiversiteit:

  • Luchtkwaliteit in het studiegebied: relevante potentiële milieustressoren in overleg met deskundige biodiversiteit.
  • In kader van programmatorische aanpak stikstof (PAS): depositie van stikstof. Voor meer informatie rond PAS wordt verwezen naar de website natura2000.vlaanderen.be/pas. Depositiemodelleringen gebeuren binnen de discipline lucht.

Klimaat

Volgende gegevens kunnen relevant zijn voor de discipline klimaat (zie ook handleiding klimaat):

  • Voor plannen en projecten voor industriële activiteiten: Broeikasgasemissies (o.a. CH4, N2O, CO2) in land- en tuinbouw, afval (productie en behandeling), transport, energie-intensieve bedrijven en energieproductie. De broeikasgassen worden opgegeven in CO2-equivalenten (CO2eq).
  • Voor verkeersgenererende en verkeersdragende plannen en projecten: Broeikasgasemissies: CO2-emissies (omdat het aandeel van CH4 en N2O-emissies zeer beperkt is in verkeersgerichte dossiers). Bij doorrekeningen met IFDM-Traffic moeten dan ook de CO2-emissies in beeld gebracht worden.
  • Emissies van ozonprecursoren door verkeer.
  • Voor grote infrastructuurwerken (zowel op strategisch-, plan- als projectniveau) moeten de emissies van mobiliteit in 2030 op Vlaams niveau ingeschat worden in functie van een toetsing aan de non-ETS doelstelling.
  • Maatregelen om broeikasgasemissies te reduceren.



  • Geen labels