Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina historie

« Vorige Versie 27 Volgende »

Welke kaarten combineer ik best in de DOV-verkenner ?


Klik op onderstaande prent, de DOV-verkenner wordt geopend en relevante lagen zijn geactiveerd.

Tip: open de koppeling in een nieuw tabblad of een nieuw venster, dan blijft deze handleiding beschikbaar in dit tabblad of venster.


Hoe kom ik op het juiste adres ?

De meest eenvoudige manier om in te zoomen naar een bepaald adres is gebruik te maken van de zoekbalk bovenaan. Je begint het adres in te tikken en klikt vervolgens op de juiste suggestie die eronder verschijnt.

Je kan ook gebruik maken van de zoomknop  

Indien je beschikt over de coördinaten kan je ook op de knop   klikken en vervolgens de XY-coördinaten ingeven.

Hoe vind ik de eerste watervoerende laag ?

De meest eenvoudige manier om op zoek te gaan naar de watervoerende lagen in de ondergrond is gebruik te maken van de Virtuele boring.

Je klikt op het icoontje van de Virtuele Boring:. Je vindt dit bovenaan links van het kaartbeeld; het is de meest rechtse knop: .

Door erop te klikken, activeer je de knop (waardoor de knop geel omkaderd wordt). Vervolgens klik je op een punt naar keuze op de kaart.

Je ziet dan in de linkse kolom de geologische lagenopbouw en in de rechtse kolom zie je de opeenvolging van de watervoerende lagen (aquifers) en de grondlagen die weinig doorlatend zijn (de aquitards).

Een aquifer is een watervoerende laag in de ondergrond (bv. zand). Een aquitard is een relatief slecht waterdoorlatende laag (bv. een kleipakket).

De diepte van de lagen is uitgedrukt in mTAW (TAW = Tweede Algemene Waterpassing = het gemiddelde zeeniveau bij eb in Oostende).


Aan de hand van de virtuele boring in bovenstaand voorbeeld kan je dus besluiten dat er op die plaats 3 watervoerende lagen voorkomen. De eerste watervoerende laag komt voor in het Quartair Aquifersysteem (HCOV-code 0100) die op die plaats op basis van het HCOV-model een dikte van 24m heeft.

Meer toelichting omtrent de virtuele boring vind je in het hoofdstuk "virtuele boring" van de algemene handleiding van de DOV-verkenner.

Door middel van de "opties" in het rechterpaneel kan je overschakelen naar het nieuwste Hydrogeologisch 3D model (v2.0) dat naast nieuw inzicht in de hoofdeenheden ook informatie biedt op niveau van sub- of basiseenheden.

Hoe vind ik grondwatermetingen in mijn buurt ?

Ben je vertrokken van de link met voorgedefinieerde lagen uit stap 1 dan staat de te gebruiken kaartlaag “Grondwatermeetnetten” al aan.

Als je gegevens wenst over de bovenste watervoerende laag, dien je op zoek te gaan naar meetpunten van het freatisch grondwatermeetnet.

Dit kan je gewoon visueel doen door op zoek te gaan naar de blauwe symbolen in je buurt. Het kan even duren voor de meetpunten op de kaart verschijnen.



Alvorens je gaat klikken op de grondwatermeetpunten om de informatie te visualiseren, dien je ervoor te zorgen dat de “i” knop geactiveerd is.

Als dit zo is, is deze knop wat donkerder dan de andere knoppen en geel omkaderd: .

Indien dit niet zo is, dien je eerst even op de “i”-knop te klikken. Vervolgens klik je op één van de blauwe symbolen (de grondwatermeetpunten).   

Onderaan de kaart verschijnt nu een deelscherm “Resultaten van de doorprik”:

Gericht op zoek gaan naar gegevens: instellen van zoekregels

Je kan ook gericht gaan filteren op de meetpunten van het freatisch meetnet.

Je klikt hiervoor op het icoontje ‘zoekregels toevoegen’

Hierbij dien je aan te geven in welk gebied je op zoek gaat naar meetpunten. Hiervoor gebruik je de knop 'Selecteer gebied', die net naast het filtericoon staat. 

Je kan enerzijds kiezen voor ‘huidig kaartbeeld’, wat betekent dat je zoekregio gevormd wordt door het gebied dat zichtbaar is op je scherm.

Je kan er ook voor kiezen om te zoeken binnen een gebied dat een kaartelement is dat deel uitmaakt van een andere kaartlaag. Wanneer je bv. op zoek wil gaan binnen de grenzen van een bepaalde (deel)gemeente, dien je eerst de betreffende kaartlaag toe te voegen.

Je klikt hiervoor links van de kaart op ‘Kaartlagen kiezen’. Mogelijk moet je hiertoe het linkse gedeelte van het scherm uitklappen. In het tabblad ‘Andere’ kan je onder ‘Administratieve grenzen’ de kaartlaag ‘Gemeenten’ aanvinken, waardoor deze wordt toegevoegd aan het kaartbeeld. Zie screenshot hieronder:

Wanneer de betreffende kaartlaag toegevoegd is, klik je op ‘Selecteer gebied’.

Wanneer je kiest voor ‘Andere kaartlaag’ verschijnt het volgende scherm.

 

Je kan dan in het drop-down menu kiezen voor ‘Gemeenten’ (maar evengoed maak je gebruik van een kaartelement van een andere kaartlaag, die je hebt toegevoegd). Vervolgens klik je op de kaart ergens binnen de grenzen van de gewenste gemeente. Je zal zien dat de gemeente nu groen gekleurd wordt. Je kan meerdere gemeenten selecteren door er achtereenvolgens op te klikken. Deselecteren doe je door een tweede keer te klikken binnen de gemeente.

Indien nodig kan je ook nog een buffer instellen rondom de grenzen van de gemeente. Zo breidt je je zoekgebied nog wat verder uit. Wanneer je in bovenstaande voorbeeld bv. een buffer instelt van 500 m, krijg je het volgende beeld:

Vervolgens klik je op het filtericoon en kies je bij ‘Doorzoekbare laag’ voor ‘Grondwatermeetnetten’. Nu stel je je zoekregel(s) zo in dat je enkel de meetpunten van het freatische meetnet selecteert. Dit kan je invullen in de eerste zoekregel die al klaar staat. Uit het eerste drop-down menu kies je ‘Meetnet’, in het midden zorg je dat er ‘is’ staat en uit de meest rechtse drop-down lijst selecteer je ‘Meetnet 8 – freatisch meetnet’.


Indien gewenst kan je nog meerdere zoekregels toevoegen door te klikken op ‘Regel toevoegen’. Door onderaan op “OK” te klikken, zullen de gegevens gefilterd worden volgende de ingestelde regels en krijg je bij de zoekresultaten een lijst van de betreffende meetpunten.

Bij de zoekresultaten zorg je dat de resultaten van de kaartlaag ‘grondwatermeetnetten’ getoond worden. Tussen haakjes zie je meteen al het aantal zoekresultaten staan:

In het voorbeeld hieronder zijn alle meetpunten van het freatisch grondwatermeetnet binnen de grenzen van de gemeente Kruisem geselecteerd.  

Metingen van de grondwaterstand in de buurt ?

Nadat je de meetpunten van het freatisch meetnet op de kaart hebt gebracht en/of ze hebt opgelijst in de zoekresultaten, kan je de nuttige informatie die eraan hangt gaan raadplegen.

De kolom m.b.t. de stijghoogtegrafiek bevindt zich bijna helemaal rechts in deze resultatentabel. Je dient hiervoor de schuifbalk onderaan helemaal naar rechts te trekken.

Onder ‘stijghoogterapport’ vind je de letter “S”. Dit is een hyperlink. Door erop te klikken wordt het rapport geopend.

Hierin vind je enerzijds een stijghoogtegrafiek (let op: de dieptes zijn uitgedrukt in mTAW).


Bij deze grafiek bevindt het maaiveld zich op 12.96 mTAW[1]. De lokale hoogteligging of Z-waarde kan je bepalen aan de hand van de kaartlaag ‘Digitaal Hoogtemodel’; ook deze kaartlaag zit onder het tabblad ‘Andere’, onder ‘Hoogtemodellen’ à DHM. Indien je geklikt hebt op de link in het begin van dit document is deze kaartlaag al toegevoegd. Om een lokale hoogteligging te bepalen klik je op die plaats en lees je in de resultatentabel de waarde af onder ‘PixelValue’.

Het is een goed idee om de kaartlaag ‘Digitaal Hoogtemodel’ half transparant te zetten zodat je de andere lagen (bv. met meetpunten) en doorheen ziet. Dit doe je door te klikken op ‘Kaartbeeld instellen’ en vervolgens op het tandwieltje naar de kaartlaag ‘Digitaal Hoogtemodel’. Je kan nu de schuifbalk verschuiven naar het midden (= half doorzichtig).

Op p. 3 van het rapport vind je de peilmetingen in tabelvorm terug. In de 2e kolom vind je de diepte waarop het grondwater gevonden wordt, uitgedrukt in ‘m onder referentie’, met ander woorden: in meter onder het maaiveld. 



[1] De Tweede Algemene Waterpassing (TAW) is de referentiehoogte waartegenover hoogtemetingen in België worden uitgedrukt. Een TAW-hoogte van 0 meter is gelijk aan het gemiddeld zeeniveau bij laagwater te Oostende. De Tweede Algemene Waterpassing werd uitgevoerd tussen 1947 en 1968 en wordt onderhouden door het Nationaal Geografisch Instituut.


Metingen van de grondwaterkwaliteit in de buurt ?

Wanneer je geïnteresseerd bent in de grondwaterkwaliteit van het freatisch grondwater kan je de analysegegevens ter hoogte van de meetpunten gaan opzoeken. Je vertrekt van de meetpunten van het freatisch meetnet die je de kaart hebt gevisualiseerd en die je ook ziet opgelijst bij de zoekresultaten

 

Door op de “A” van Analyserapport te klikken, opent zich een pdf-bestand.

In dit rapport vind je de analyseresultaten doorheen de tijd van de fysico-chemische parameters, kationen, anionen en zware metalen in het grondwater.   

Deze analysegegevens worden gegeven voor de verschillende filters van het grondwatermeetpunt die zich op verschillende dieptes bevinden. Op de eerste pagina van het analyserapport vind je de diepte van de onderkant van deze filters terug. Bijvoorbeeld:

Hoe vind ik grondwaterwinningen in de buurt ?

Je kan de grondwatervergunningen toevoegen aan het kaartbeeld door deze term in te tikken in de zoekbalk bovenaan.

Vervolgens zie je bij “Nieuwe kaartlagen toevoegen aan de kaart” zowel de laag ‘Grondwatervergunningen (historische en huidige)’ als de laag ‘Grondwatervergunningen (huidige)’. Door erop te klikken worden ze toegevoegd aan het kaartbeeld.

De grootte van de icoontjes geeft aan voor hoeveel m3 de grondwaterwinning vergund is. Dit zie je ook in de legende. De legende visualiseren doe je door te klikken op “Kaartbeeld instellen”. Vervolgens klik je bij de betreffende kaartlaag op het pijltje dat net voor het woord “legende” staat.

 

Deze gegevens kunnen je ook informatie verschaffen over op welke diepte er grondwater aangetroffen wordt in de ondergrond.

Als je klikt op één van de vergunningen krijg je bij resultaten voor de doorprik heel wat informatie over de betreffende grondwatervergunning, onder meer ook de vergunde diepte.



 

 


  • Geen labels