Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

Wat valt hieronder?

Dit onderdeel is van toepassing voor milieueffectrapporten voor de aanleg en/of exploitatie van een brede waaier van verkeersdragende en verkeersgenererende plannen en projecten, een typering die ook gebruikt wordt in het Richtlijnenboek Mobiliteit. Het gaat om alle plannen en projecten waarbij emissies door transport relevant zijn.

Verkeersdragende plannen/projecten

Een verkeersdragend plan/project is een plan/project waarbij hoofdzakelijk het multimodaal vervoerssysteem wordt aangepast, bvb. door toevoeging of wijziging van onderdelen ervan. Het gaat o.a. om de aanleg van wegen, spoorwegen, waterwegen, havens en vliegvelden. Ook wijzigingen of uitbreidingen van deze soort plannen of projecten vallen hieronder.

Verkeersgenererende plannen/projecten
Anker
80%
80%

Een verkeersgenererend plan/project is een plan/project dat een nieuwe of gewijzigde activiteit inhoudt op een plek of in een zone waarbij een belangrijke hoeveelheid bijkomend verkeer ontstaat die mogelijk een significante invloed heeft op de omgeving. Het gaat o.a. om industrieterreinontwikkeling, stadsontwikkeling en recreatie (vakantiedorpen, themaparken,…)1. Voor Ook voor industriële bedrijven worden de emissies door verkeer verkeersemissies (transport van grondstoffen en producten en verplaatsing van personeel)   enkel berekend als in de huidige situatie reeds meer dan 80% van de milieukwailteitsnorm is ingenomenverder meegenomen. Permanente race- en testbanen voor gemotoriseerde voertuigen en aanleg voor de faciliteiten voor de overlading tussen vervoerswijzen worden ook beschouwd als verkeersgenererende plannen en projecten. Ook wijzigingen of uitbreidingen van deze soort plannen of projecten vallen hieronder.

Polluenten

De uitstoot van uitlaatgassen van voertuigen en motoren die in de atmosfeer terechtkomen, noemt men uitlaat-emissies. Daarnaast zijn er ook niet-uitlaatemissies door slijtage van wegdek, banden en remmen. De plaats waar de verontreiniging in de atmosfeer terechtkomt, is het emissiepunt. De emissie verspreidt zich door transport in de lucht en kan als immissie op mens, dier, plant of gebouw inwerken. Op alle andere plaatsen dan het emissiepunt is de luchtkwaliteit de kwaliteit als immissie. Er moet dan ook een onderscheid gemaakt worden tussen polluenten waarvan enkel de emissies (uitstoot) in kaart gebracht moeten worden en polluenten in functie van beoordeling van de immissie (luchtkwaliteit) . Bij emissieberekening moet zowel rekening gehouden worden met uitlaatemissies als niet-uitlaatemissies, voornamelijk voor wat fijn stof betreft. De niet-uitlaatemissies zijn, net als de uitlaatemissies, opgenomen in de luchtkwaliteit-emissiemodellering. Het gaat hierbij vooral over fijn stof. Er wordt verwacht dat vanaf 2020 op Vlaams niveau de hoeveelheid fijn stof afkomstig van niet-uitlaatemissies hoger zal liggen dan deze van uitlaatemissies.

Polluenten i.f.v. beoordeling van uitstoot van polluenten

Volgende polluenten kunnen relevant zijn qua emissieberekening: NO2, PM10, PM2,5, elementair koolstof (EC), CO2, CH4, N2O, CO2eq, , niet- methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS), SO2, benzeen, polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s), (zware) metalen (bij spoor- en tramlijnen) en ultrafijne partikels (UFP).

Welke polluenten precies relevant zijn is afhankelijk van het onderwerp van het MER. Enkele voorbeelden (niet-limitatieve lijst):

  • Wegverkeer: o.a. NO2, PM10, PM2,5 en EC
  • Luchtvaart: o.a. benzeen, lood, formaldehyde, UFP en PAK’s
  • Scheepvaart: o.a. SO2
Polluenten i.f.v. beoordeling van de luchtkwaliteit

De luchtpolluenten voor de beoordeling van de luchtkwaliteit zijn: NO2, PM10, PM2,5 en EC. De polluent EC is wel opgenomen in  luchtkwaliteitsmodellen maar er bestaan op dit moment nog geen normen voor, zodat voor deze polluent geen toetsing aan normen kan gebeuren .




1 Gebaseerd op de indeling in rubrieken uit bijlage I, II en III uit het project-MER-besluit.