Versies vergeleken

Uitleg

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Opmaak is veranderd.

...

Voor meer uitleg over het bepalen van kleur en korrelgrootte, : zie tekst onderaan , mbt geotechnische boringen(onder titel 'Geotechnische boringen', punt 1 en 6).

B. Er is voldoende detail in de beschrijving aanwezig, waar mogelijk.
Naast het hoofdbestanddeel kan er een nevenlithologie aanwezig zijn. De mate waarin deze voorkomt, in verhouding tot de hoofdlithologie,  kan hier beschreven worden. Daarnaast kunnen specifieke bijmengingen als schelpen, versteningen, fossielen of mineralen vermeld worden.
Voorbeelden van belangrijke secundaire kenmerken die vermeld moeten worden indien aanwezig: schelpen, glauconiet, veen, grind, …
Voorbeeld van een degelijke beschrijving = “fijn groen glauconiethoudend zand met schelpen”. Dit soort beschrijving kan ook gegeven worden voor geroerde monsters zoals spoelmonsters.
In meer gedetailleerde beschrijvingen kunnen ook elementen zoals het kalkgehalte en sedimentaire structuren (zichtbaar in ongeroerde stalen) beschreven worden. 

...