Date: Thu, 28 Mar 2024 15:50:17 +0100 (CET) Message-ID: <1473001016.22795.1711637417976@confluence-pr-1.vm.cumuli.be> Subject: Exported From Confluence MIME-Version: 1.0 Content-Type: multipart/related; boundary="----=_Part_22794_910372966.1711637417976" ------=_Part_22794_910372966.1711637417976 Content-Type: text/html; charset=UTF-8 Content-Transfer-Encoding: quoted-printable Content-Location: file:///C:/exported.html
Het belangrijkste onderdeel van een MER, e= en ontheffings- of screeningsnota is het hoofdstuk dat de conclusie= s van het gevoerde milieueffectenonderzoek bevat. In een MER worde= n die conclusies dikwijls in het hoofdstuk 'integratie en eindsynthese' ond= ergebracht. Dit hoofdstuk bevat een globale evaluatie van het onderzoek naa= r de milieueffecten van het voorgenomen plan, programma of project en de, i= n voorkomend geval, onderzochte alternatieven. Zoals in elke rapportage zij= n de conclusies meestal het eerste en meest gelezen hoofdstuk. Belangrijk i= s dus dat het besluit helder, eenduidig en overzichtelijk = is en dat alle nodige maatregelen en resterende knelpunten in beeld komen <= strong>zodat de vergunningverlener of de beslissingnemende overheid de juis= te informatie ter beschikking heeft om het aspect milieu een volwaardige pl= aats te kunnen geven bij zijn verdere beslissing.
Het DABM stelt immers dat milieueffectrapportage moet doorwerken in de b= esluitvorming, met andere woorden: de overheid moet bij haar uiteindelijke = beslissing over de voorgenomen actie, en in voorkomend geval ook bij de uit= werking ervan, rekening houden met het goedgekeurde MER, de ontheffingsnota= of de screeningsnota en met de opmerkingen en commentaren die daarover wer= den uitgebracht. De beslissingnemende of goedkeurende overheid moet immers = elke beslissing over de voorgenomen actie motiveren, in het bijzonder met b= etrekking tot de keuze voor de voorgenomen actie, een bepaald alternatief o= f bepaalde deelalternatieven, de aanvaardbaarheid van de te verwachten of m= ogelijke gevolgen voor mens of milieu van het gekozen alternatief en de in = het rapport voorgestelde maatregelen. Omdat de output van een milieueffectr= apportage vaak bestaat uit lijvige en vrij technische documenten zijn duide= lijke conclusies absoluut noodzakelijk. De eindsynthese dient in die optiek= zeker ook de nodige leesbaarheid van het MER, de ontheffi= ngsnota of de screeningsnota te verhogen. Zie ook deel Vormvereisten vo= or m.e.r.-documenten.
De conclusies van een m.e.r. bevatten een integratie en eindsynt= hese van de te verwachten milieueffecten, zowel negatieve als positieve, en= een duidelijk overzicht van de verschillende milderende maatregelen per be= handelde discipline. Ze geven waar nodig aan via welke ins= trumenten deze milderende maatregelen vertaald en uitgewerkt kunnen worden<= /strong> in het verdere procesverloop en wie hiervoor kan instaan. De concl= usies bevatten daarnaast een duidelijke discipline-overschrijdende = eindconclusie over de milieu-impact van het onderzochte plan of pr= oject en een beschrijving van de gevolgen van eventuele leemten in = de kennis, van de met elkaar vergeleken alternatieven en van de nodige milderende maatregelen. De eindconcl= usies zullen desgevallend expliciet ingaan op resterende knelpunten, dit zi= jn aanzienlijke negatieve milieueffecten die niet te milderen zijn.
Zoals aangegeven in het deel 'Rol van de verschillende actoren' is het sc= hrijven van de eindconclusie een van de belangrijkste taken van de MER-co= =C3=B6rdinator. Hiervoor is ervaring met interdisciplinair inzicht en integ= rerend denkvermogen noodzakelijk. Waar de MER-deskundigen verantwoordelijk = zijn voor de inhoudelijke invulling van hun discipline, moet de MER-co=C3= =B6rdinator in de conclusies de belangrijkste milieueffecten en de verschil= len tussen alternatieven in beeld brengen. Na overleg met de deskundigen, d= e initiatiefnemer en eventueel het Team Mer en de adviesinstanties, moet hi= j ook knopen doorhakken met betrekking tot het oplossen van eventuele knelp= unten inzake milderende maatregelen. Dit kan voorkomen wanneer maatregelen = voorgesteld in de ene discipline aanleiding geven tot nieuwe of versterkte = effecten in de andere discipline, of wanneer bepaalde maatregelen niet (kun= nen) aanvaard worden door de initiatiefnemer (zie ook deel 'Milderende maatregelen' en= de handleiding "milderende maatreg= elen" op de website van het Team Mer). Specifiek voor RUP's spreekt het= voor zich dat de door de deskundigen voorgestelde maatregelen ook met het = planteam besproken worden en dat er met de initiatiefnemer, adviesinstantie= s, deskundigen en co=C3=B6rdinator toegewerkt wordt naar een haalbare set v= an maatregelen.
Als de initiatiefnemer de voorgestelde maatregelen niet kan of wenst uit= te voeren worden de redenen best ook expliciet opgenomen in het hoofdstuk = 'Integratie en eindsynthese'. Deze redenen kunnen technisch zijn (bv. geen = beschikbare technologie), veiligheidskundig (bv. planten van bomen op dijke= n), economisch (bv. te duur), timing gebonden (bv. uitstel van bepaalde act= iviteiten tot na broedseizoen) en juridisch/administratief (bv. vrijheid va= n de aannemer, onteigeningsprocedure).
Indien de aanvaardbaarheid van een plan of project of alternatief afhang= t van de uitvoering van milderende maatregelen, dan is het uiterst belangri= jk dat de milderende maatregelen die daar toe leiden concreet beschreven zi= jn. Dus in het geval bijvoorbeeld het niet verstoren van het broedseizoen e= en maatregel is die de uitvoering van een project aanvaardbaar of niet aanv= aardbaar maakt dan dient concreet aangegeven te worden om welke gevoelige s= oorten het gaat en wat de precieze te vermijden soortspecifieke uitvoerings= periode is. In de handleiding 'Milderende maatregelen', beschikbaar op de w= ebsite van het Team Mer, wordt in extenso en aan de hand van voorbeelden aa= ngegeven hoe milderende maatregelen concreet (smart) geformuleerd kunnen wo= rden.
Hoe het hoofdstuk 'integratie en eindsynthese' of het besluit van een m.= e.r. er vormelijk en structureel moet uitzien wordt aan de co=C3=B6rdinator= overgelaten, vermits dit steeds afhankelijk is van de complexiteit van de = milieueffectrapportage en dus meestal maatwerk is. Gezien het hoofdstuk ech= ter ook dikwijls gelezen wordt door leken (minder vertrouwd met de ge=C3=AB= igende m.e.r.-methodieken en terminologie) is het zeker aangewezen om in ge= val van een MER de 'scoretabellen' die de beoordeling van de effect= en (voor en na mildering) bevatten, in de disciplinehoofdstukken onder te b= rengen en niet opnieuw integraal in het hoofdstuk 'integratie en eindsynthe= se' op te nemen. De scoretabellen dienen immers steeds in samenhan= g met het gehanteerde beoordelings-en significantiekader gelezen te worden = en horen dus thuis in de disciplinehoofdstukken. Het herhalen van die score= tabellen in het besluit, zeker in het geval het om een MER gaat waarin veel= alternatieven beoordeeld worden, levert dikwijls ellenlange tabellen op di= e aanleiding kunnen geven tot het aanvechten van de scores of eigen interpr= etaties door personen of instanties die niet of minder vertrouwd zijn met h= et instrument en de methodes van milieueffectrapportage (zoals het foutieve= 'optellen van scores over alle disciplines heen' om alternatieven te verge= lijken).
Het is aan de co=C3=B6rdinator om ordening in de eindbespreking = aan te brengen zodat duidelijk wordt wat de belangrijkste milieuef= fecten zijn van het plan of project, welke een knelpunt vormen en welke sle= chts een marginale betekenis hebben. Waar relevant dient in het besluit bij= voorbeeld gepaste aandacht (belang) besteed te worden aan de effecten veroo= rzaakt door de eerder (tijdelijke) aanlegfase versus de meer permanente eff= ecten ten gevolge van de exploitatie- of gebruiksfase of aan specifiek onde= rscheidende effecten tussen alternatieven. De disciplines waarvoor geen noe= menswaardige effecten voorspeld worden, zullen slechts in de eindsynthese v= oorkomen met de vermelding dat ze in het kader van het plan of project geen= of verwaarloosbare effecten hebben. Ook het clusteren van bepaalde= disciplines (bv. abiotische disciplines (water, bodem, lucht, gel= uid, =E2=80=A6) en receptordisciplines (mens, landschap, fauna/flora), mobi= liteitsgebonden (mobiliteit, lucht, geluid, gezondheid) en de overige disci= plines, leefbaarheidsdisciplines en ruimtelijke disciplines, =E2=80=A6 ) ka= n soms aangewezen zijn om de synthese te structureren.
Het is de taak van de co=C3=B6rdinator om op basis van een neutrale, gen= uanceerde tekstuele beschrijving een eindoordeel over de milieuhaal= baarheid van het plan of project en zijn alternatieven neer te sch= rijven. Samenvattende tabellen of grafieken om de redenering en de eventuel= e rangschikking van de alternatieven te verhelderen zijn uiteraard aanbevol= en.
Om meerdere alternatieven op basis van hun effecten overzichteli= jk te kunnen vergelijken is het soms aangewezen een specifieke afw= egings- of vergelijkingsmethode toe te passen. Gekende en veel toegepaste v= ergelijkingsmethoden zijn (al dan niet bewerkte) overzichtstabellen, grafis= che presentaties en argumentatieve beoordeling. Daarnaast kan multicriteria= -analyse (MCA) als een vergelijkings-methode ingezet worden wanneer veel al= ternatieven volgens veel verschillende beoordelingscriteria moeten vergelek= en worden. Hierbij wordt door middel van gewichtentoekenning aan kwantitati= eve en kwalitatieve beoordelingscriteria en toepassing van specifieke reken= regels tot een overzichtelijke rangschikking van alternatieven gekomen. De = praktijkervaring leert echter dat deze methode, indien ze niet voldoende to= egankelijk (navolgbaar), eenvoudig en expliciet gemotiveerd opgezet wordt e= erder contraproductief werkt (black box gevoel) en niet steeds leidt tot ee= n beter aanvaarde conclusie (rangschikking van de alternatieven). Vooral de= wijze waarop de gewichten aan de verschillende factoren worden toegekend i= s vaak voor discussie vatbaar. Om die redenen wordt aanbevolen om MCA in he= t kader van een MER te vermijden en gebruik te maken van de andere genoemde= , meer eenvoudige vergelijkingsmethodes. De basis voor alle vergelijki= ngsmethoden en dus een essentieel onderdeel van een MER, is sowieso het eff= ectenoverzicht (te vinden in de disciplinehoofdstukken), waarin alle inform= atie is opgenomen en dat als invoer dient voor de vergelijkingen. Als de pr= oblematiek niet ingewikkeld is, kan zelfs worden volstaan met een effecteno= verzicht en hoeft geen specifieke vergelijkingsmethode te worden toegepast.=
Zoals in het deel 'Alternatieven' wordt toegelicht mag maar hoeft de eindsynthe= se geen uitspraak te doen met betrekking tot het meest milieuvriendelijke a= lternatief (MMA). De conclusies moeten wel duidelijk alle informatie bevatt= en die de bevoegde overheid of initiatiefnemer in staat stelt een onderbouw= de beslissing te nemen in verband met de alternatieven. De milieueffectrapp= ortage doet ook uitdrukkelijk geen afweging met betrekking tot het voorkeur= salternatief omdat die afweging ook gebaseerd is op criteria die in de mili= eueffectrapportage niet aan bod komen (financi=C3=ABle overwegingen, politi= eke beslissingen, maatschappelijk draagvlak, =E2=80=A6). Meer informatie ov= er omgaan met alternatieven is te vinden in het deel 'Alternatieven' en in de handleiding 'Alternatieven in m.e.r.'<= /a> op de website van het Team Mer.
Het besluit van een project-m.e.r.-screening, een plan-m.e.r.-sc= reening of een project-ontheffingsnota zal een globale uitspraak m= oeten bevatten over het al dan niet aanzienlijk zijn van de effecten. Het <= strong>besluit van een MER zal eerder aangeven hoe groot de effect= en zijn en desgevallend hoe de aanzienlijke milieueffecten tot een aanvaard= baar niveau kunnen teruggebracht worden door de gepaste milderende maatrege= len te nemen.
Als er een passende beoordeling gemaakt werd, wordt best ook het besluit= van de passende beoordeling in de eindsynthese van de milieueffectrapporta= ge opgenomen.
Met betrekking tot integratie en eindsynthese in m.e.r. kunnen volgende = tips en aandachtspunten vermeld worden: