Date: Fri, 29 Mar 2024 06:12:53 +0100 (CET) Message-ID: <1258536721.23375.1711689173296@confluence-pr-1.vm.cumuli.be> Subject: Exported From Confluence MIME-Version: 1.0 Content-Type: multipart/related; boundary="----=_Part_23374_1672158875.1711689173296" ------=_Part_23374_1672158875.1711689173296 Content-Type: text/html; charset=UTF-8 Content-Transfer-Encoding: quoted-printable Content-Location: file:///C:/exported.html
Algemeen wordt het studiegebied afgebakend tot het gebied waarin= de emissies een aantoonbare invloed op de luchtkwaliteit hebben. = Concreet wil dit zeggen dat voor plaatsen waar geen mensen wonen een bijdrage van het plan/project van 1% van de milieukwalit= eitsnorm (MKN) als afbakening genomen wordt. Als er wel me= nsen wonen moet een bijdrage van het plan/project van 1% v= an de gezondheidskundige advieswaarde (GAW) gehanteerd worden, ver= mits deze informatie toch nodig zal zijn bij de uitwerking van de disciplin= e mens-gezondheid. Het is belangrijk om hier reeds bij aanvang van de milie= ubeoordeling voldoende aandacht aan te besteden en eventueel het studiegebi= ed bij te stellen in de loop van het m.e.r.-proces. De grootte van het stud= iegebied kan afhankelijk zijn van verschillende factoren, zoals bijvoorbeel= d de omvang van de emissies en aard van de emissie(bron).
In milieueffectrapporten voor industri=C3=ABle bedrijven wordt v= aak een groot studiegebied van 3 =C3=A0 10 km rondom de site gehan= teerd. Door de hoogte van de emissiebron(nen) is een dergelijk gebied nodig= opdat het pluimmaximum (positie waar de hoogste bijdrage = van een schoorsteen berekend wordt) binnen het studiegebied zou vallen. Hog= e schoorstenen zorgen immers voor de grootste impact op grotere afstanden v= an de schoorsteen, terwijl lage emissiebronnen de grootste impact veroorzak= en in de zeer nabije omgeving van de emissiebron.
Ook wanneer (zeer) hoge emissievrachten berekend worden= , moet een groter studiegebied gekozen worden dan wanneer slechts beperkte = emissievrachten berekend worden. De hogere emissievrachten kunnen immers le= iden tot hogere immissiewaarden in de omgeving, ook op grotere afstand van = de bron.
De huidige en toekomstig verwachte luchtkwaliteit en de aanwezige extern= e bronnen rond het plan-/projectgebied kunnen mee bepalen of het studiegebi= ed beperkt of uitgebreid kan zijn. Voor zones waarvan de luchtkwaliteitsdoe= lstellingen benaderd of overschreden worden, moet het studiegebied voldoend= e ruim genomen worden.
Daarnaast moet ook rekening gehouden worden met kwetsbare locati= es of receptoren in de nabijheid van het plan/project. Wanneer woo= nzones, natuurgebieden of beschermde gebieden, zoals Natura2000-gebieden in= de nabijheid gelegen zijn, moet het studiegebied voldoende ruim genomen wo= rden.
Als het plan/project dioxine- en/of PCB-emissies genere= ert, moeten in een straal van 800 meter rond het bedrijf <= strong>woongebieden en agrarische gebieden deel uitmaken van het s= tudiegebied.