• De tekst uit het uitvoeringsbesluit werd niet letterlijk overgenomen. Om de leesbaarheid te verhogen, werd de tekst uit het uitvoeringsbesluit vereenvoudigd (in samenspraak met de adviesinstanties).
    • De term “plangebied” wordt gebruikt voor “de gronden of de constructies die erop staan, die binnen de begrenzing van het voorgenomen uitvoeringsplan liggen”, “de gronden die binnen de begrenzing van het voorgenomen uitvoeringsplan liggen” en “de begrenzing van het voorgenomen uitvoeringsplan”.
    • De term “RUP” wordt gebruikt voor “het voorgenomen uitvoeringsplan”.
    • De tekst “in afwijking van de bestaande bestemming” wordt gebruikt voor “in afwijking van de bestaande plannen van aanleg of uitvoeringsplannen”.
    • Daarnaast werden nog specifieke tekstpassages aangepast.
    • Bij twijfel over de interpretatie moet u zich baseren op de tekst uit het uitvoeringsbesluit.
  • De mogelijke antwoorden zijn ‘ja’, ‘nee’, en ‘ik weet het niet’. Als er een kaart bestaat die het antwoord bevat of er is een éénduidig antwoord mogelijk, is het de bedoeling dat u enkel ‘ja’ of ‘nee’ antwoordt. ‘Ik weet het niet’ is bedoeld voor de volgende gevallen:
    • Er wordt best advies gevraagd aan een bepaalde instantie, maar geen van de criteria uit de regelgeving geeft aan dat de adviesinstantie betrokken MOET worden. Dan kan u bijvoorbeeld ‘ik weet het niet’ of ‘ja’ antwoorden op een vraag zoals ‘Zou het RUP aanzienlijke effecten kunnen hebben op …’. Als er geen plan-MER  gemaakt wordt, gebruikt u best ‘ik weet het niet’ (zie ook hieronder voor meer uitleg over deze vraag).
    • Vragen zoals ‘Gaat het RUP over een gebied waarin zich minstens 250 bestaande of geplande woongelegenheden / arbeidsplaatsen bevinden?’. Als u vrij zeker bent dat dit het geval is, maar u kent het precieze aantal niet, dan kan u ‘ik weet het niet’ antwoorden.
    ‘Ik weet het niet’ betekent (net als ‘ja’) dat de adviesinstantie geselecteerd wordt. Gebruik dit dus niet als gemakkelijk antwoord maar zorg dat er zoveel mogelijk ‘ja’ of ‘nee’ geantwoord kan worden.
  • De vraag ‘Zou het RUP aanzienlijke effecten kunnen hebben op …’ is bedoeld om de relevante adviesinstantie te kunnen selecteren, vb. als geen van de andere criteria van toepassing is (zie ook hierboven).
    Als er in de startnota gemotiveerd zal worden dat er geen aanzienlijke effecten zijn, dan gebruikt u best enkel de antwoordmogelijkheden ‘nee’ of ‘ik weet het niet’. Als het RUP aanzienlijke effecten veroorzaakt moet er immers een plan-MER gemaakt worden. Die beoordeling gebeurt echter niet a.d.h.v. de RUP-adviestoets, maar in de scopingnota, waarbij er rekening gehouden wordt met de startnota, de adviezen en de inspraak van het publiek. Om misverstanden te vermijden antwoordt u dus best niet 'ja' op deze vraag als er in de startnota gemotiveerd wordt dat er geen aanzienlijke effecten zijn.
  • De RUP-adviestoets bevat enkele ‘optionele adviesinstanties’. Deze instanties zijn niet opgenomen in het uitvoeringsbesluit. Er is dus geen verplichting om deze in bepaalde gevallen om advies te vragen i.f.v. het RUP. Omdat het soms toch nuttig is om deze adviesinstanties minstens op de hoogte te brengen van het planvoornemen, of om na te gaan welke randvoorwaarden er gelden binnen het plangebied, werden deze opgenomen als optionele adviesinstantie. De criteria werden bepaald in samenspraak met de instanties in kwestie.
  • Geen labels