Hieronder worden kort alle procedures op planniveau opgesomd. Meer uitleg staat op de subpagina's.

Plannen en programma's (zoals gedefinieerd in het DABM) die het kader kunnen vormen voor de toekenning van een vergunning voor een project of waarvoor een passende beoordeling (effectonderzoek t.a.v. habitat- en vogelrichtlijngebieden) vereist is, vallen onder het toepassingsgebied van de regelgeving over plan-milieueffectrapportage (plan-m.e.r.).

Het is echter niet de bedoeling om voor al deze plannen steeds een plan-MER (plan-milieueffectenrapport) op te stellen:

  • Voor plannen die bijvoorbeeld niet het kader vormen voor projecten van bijlage I, II of III of voor plannen die betrekking hebben op een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhouden, kan een plan-m.e.r.-screening worden opgesteld. Als in een plan-m.e.r.-screening op een eenvoudige wijze aangetoond wordt dat er geen aanzienlijke effecten te verwachten zijn, moet geen plan-MER opgesteld worden.

Andere plannen dan RUP's volgen, als ze onder de plan-m.e.r.-regelgeving vallen, de generieke procedure volgens het DABM. Er bestaat een procedure voor de 'generieke' plan-m.e.r.-screening en een andere procedure voor het 'generieke' plan-MER. Deze procedures worden uitgebreid beschreven in de volgende delen. 

Elk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) valt onder de plan-m.e.r.-regelgeving. RUP's volgen sinds 1 mei 2017 de geïntegreerde procedure volgens de VCRO, waarbij de plan-m.e.r.-procedure (screening of MER) geïntegreerd is in de procedure voor de opmaak van het RUP. Voor deze procedure werd een uitgebreide online handleiding gemaakt.

  • Geen labels