Milieueffectrapportage als procedure en als studiedomein telt veel gebruikers, beoefenaars en andere betrokkenen. Dit richtlijnensysteem wil een aantal ijk- of aandachtspunten vastleggen met betrekking tot onder meer:

  • Definities: veelgebruikte termen uit de m.e.r.-praktijk worden soms anders ingevuld door verschillende gebruikers. Deze verschillen kunnen aanleiding geven tot misverstanden. Het is belangrijk dat iedereen weet en begrijpt wat met een specifiek begrip bedoeld wordt. Het uitleggen en ook vastleggen van eenduidige en algemeen aanvaarde definities voor courante begrippen is dan ook een belangrijk aspect van dit richtlijnensysteem .
  • Procedures: hoewel het verloop van een m.e.r.-procedure grotendeels vastgelegd is in de regelgeving blijkt uit de praktijk dat er toch verschillen zijn in interpretatie en in de manier waarop met de procedures wordt omgegaan. Bovendien zijn er naast het formele procedureverloop ook niet-formele maar wel gebruikelijke procedurestappen ontstaan. Dit richtlijnensysteem geeft aan hoe met de procedures in de praktijk moet of kan omgegaan worden. Het richtlijnensysteem stelt zich hierbij uiteraard niet in de plaats van de betreffende regelgeving, maar vult ze aan.
  • Methodologie: uit de m.e.r.-praktijk blijkt dat de rapporten vaak gefocust zijn op een correcte inhoud, maar minder aandacht hebben voor aspecten die van het MER een (methodologisch en wetenschappelijk) coherent geheel maken. Dit maakt ook dat de structuur van verschillende MER’s soms sterk verschillend is. Dit richtlijnensysteem stelt werkwijzen voor met betrekking tot bijvoorbeeld scoping, beoordelingskaders, afwegen van alternatieven, … en met de manier waarop deze elementen best worden ingebouwd in een leesbaar en herkenbaar MER.

Dit richtlijnensysteem focust op de m.e.r.-praktijk zoals ze wordt ervaren door MER-deskundigen, opdrachtgevers, overheden en belanghebbenden, met een nadruk op de eerste groep. De bepalingen van het richtlijnensysteem geven de ‘goede praktijk’ weer die er toe moeten bijdragen dat het m.e.r.-proces vlotter doorlopen wordt en dat de kwaliteit van de milieueffectrapporten verbetert.

Het richtlijnensysteem moet er toe bijdragen dat het MER zo opgebouwd en geformuleerd is dat het geen aanleiding geeft tot onduidelijkheid of verschillende interpretaties. Het moet de vergelijkbaarheid en de leesbaarheid van milieueffectrapporten doen toenemen, en hen op die manier ook beter bruikbaar maken voor niet-specialisten.

Dit algemeen richtlijnensysteem vervangt alle afwijkende definities opgenomen in eerder gepubliceerde richtlijnenboeken. Nieuwe en te actualiseren richtlijnenboeken en -systemen zullen maximaal met het algemeen definitiekader en de inzichten van dit algemeen richtlijnensysteem rekening houden. Bijvoorbeeld: de wijzigingen over scoping ingevoegd in dit algemeen richtlijnensysteem overschrijven de bepalingen over scoping uit andere richtlijnenboeken en -systemen die niet overeenstemmen met deze wijzigingen.

Leeswijzer

In delen 1 en 2 worden de kenmerken en het doel van milieueffect­rapportage geschetst. Specifiek wordt ingegaan op de rol van milieueffectrapportage bij de besluitvorming over plannen en projecten.

In deel 3 wordt ingegaan op de bij milieueffectrapportage betrokken actoren: initiatiefnemer, Team Mer, adviesinstanties, MER-coördinator en deskundigen, burger en middenveld. 

Deel 4 schetst uitgebreid het procedureel en juridisch kader voor plan-MER’s, project-MER’s, ontheffingsaanvragen en screenings. Er wordt ook ingegaan op de relatie tussen m.e.r. en andere regelgeving, en specifiek op beoordelingen en toetsen die in het kader van andere wettelijke kaders moeten gebeuren.

Deel 5 gaat dieper in op een aantal methodologische aandachtspunten en de verschillende stappen die leiden tot een milieueffectrapport. Onderwerpen als scoping, beoordelingskaders, vastleggen van de referentiesituatie, gebruik van modellen en omgaan met onzekerheden komen hier uitgebreid aan bod.

Deel 6 tenslotte gaat in op een aantal andere aandachtspunten uit de m.e.r.-praktijk, zoals onder meer de vormvereisten, de kwaliteitsborging, het omgaan met voortschrijdend inzicht en de kostenbepalende elementen van een m.e.r..

Achteraan volgt een overzicht van de voornaamste geraadpleegde bronnen.

  • Geen labels