Onderhoud Wegens upgrade naar de nieuwste versie zal confluence op 24/09/2024 vanaf 18u00 tot 25/09/2024 09u00 onbeschikbaar zijn.
Op basis van de analyse van de ingreep-effectrelaties en van de vermoedelijk aanzienlijke effecten kan ook het studiegebied afgebakend worden; dit gebeurt aan de hand van de kennis van de ruimtelijke spreiding van de effecten.
Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen:
- Het project- of plangebied: de ruimte waarbinnen het project/plan gerealiseerd wordt. Het plangebied voor bijvoorbeeld een ruimtelijk uitvoeringsplan is de contour van het RUP.
- Het studiegebied: het gebied dat bestudeerd wordt in functie van het vaststellen van de milieu-impact. Het studiegebied omvat minstens het project- of plangebied, maar kan vele malen groter zijn, afhankelijk van de lokalisatie en de invloedssfeer van de te verwachten effecten. Het (theoretische) studiegebied van de discipline mobiliteit kan bijvoorbeeld zeer groot zijn, omdat wijzigingen op een bepaald punt modelmatig tot ver in het netwerk kunnen doorwerken. Het komt er dan op aan het studiegebied op een realistische en pragmatische wijze af te bakenen.
Zowel studiegebied als project/plangebied kunnen meerdere ruimtelijk gescheiden deelgebieden bevatten, dit hoeft geen aaneengesloten geheel te zijn.
Vermits de kennis van de effecten steeds diepgaander wordt naarmate de uitvoeringsfase van het MER vordert, gaat het hier in de praktijk om een iteratief proces, waarbij het studiegebied eerst afgebakend wordt tijdens de (initiële) scopingsfase en de ware invloedssfeer van de te verwachten effecten pas duidelijk wordt tijdens de uitvoeringsfase van het MER. Dit kan bijgevolg leiden tot een nieuwe afbakening van het studiegebied tijdens de uitvoeringsfase. Hoe grondiger de analyse van de ingreep-effectrelaties bij aanvang gebeurd is, hoe minder het studiegebied nog tijdens de uitvoeringsfase van het MER moet aangepast worden.
Het studiegebied wordt in eerste instantie per discipline afgebakend, en vervolgens interdisciplinair vastgelegd als resultante van de per discipline afgebakende studiegebieden. De ruimtelijke afbakening moet voor elke discipline duidelijk voorgesteld worden op een kaart en/of tekstueel omschreven worden.
Binnen het studiegebied kunnen ook specifieke aandachtsgebieden afgebakend worden. Bijvoorbeeld: een tracé kan onderverdeeld worden in zones die meer/minder diepgaand moeten bestudeerd worden. Het selecteren van aandachtsgebieden kan bv. steunen op kwetsbaarheidskaarten.